Herziening van Rechtbank 's-Gravenhage, Amsterdam, 3 de Marzo de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Marzo de 2008
Uitgevende instantie:Amsterdam

Rechtbank 's-Gravenhage

zittinghoudende te Amsterdam

enkelvoudige kamer vreemdelingenzaken

Uitspraak

op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

jo artikel 71 en artikel 106 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)

reg. nr.: AWB 08/5761

V-nr.: 130.115.6096

op het verzoek van de Staatssecretaris van Justitie om herziening van de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, zittinghoudende te Amsterdam van 7 februari 2008 (reg.nr.: AWB 09/2195)

inzake:

[eiser], geboren op [geboortedatum] 1973, van (gestelde) Marokkaanse nationaliteit,

gemachtigde: mr. S.D. Lugt, advocaat te Amsterdam,

tegen:

de Staatssecretaris van Justitie.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Op 9 november 2007 is eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 in bewaring gesteld.

    Bij beroepschrift van 17 januari 2008 heeft de gemachtigde van eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder tot voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 31 januari 2008. Bij uitspraak van 7 februari 2008 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en de opheffing van de maatregel bevolen.

    Bij brief van 18 februari 2008 heeft verweerder een verzoek om herziening ex artikel 8:88 van de Awb ingediend tegen voornoemde uitspraak.

    De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten en op grond van artikel 96 van de Vw 2000 bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

  2. OVERWEGINGEN

    Gelet op de inhoud van het dossier en de door partijen overgelegde stukken acht de rechtbank zich voldoende voorgelicht om zonder zitting uitspraak te kunnen doen.

    De rechtbank stelt voorop dat over de rechtmatigheid van de oplegging van de maatregel als zodanig reeds - in rechte onaantastbaar - is beslist bij uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 27 november 2007. Thans staat ter beoordeling of het herzieningsverzoek al dan niet moet worden toegewezen alsmede of de opheffing van de bewaring van eiser op 7 februari 2008 rechtmatig is geweest.

    Met betrekking tot het verzoek om herziening van de uitspraak van 7 februari 2008 overweegt de rechtbank als volgt.

    De rechtbank kan op grond van artikel 8.88 van de Awb op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die: a. hebben plaatsgevonden vÛÛr de uitspraak, b. bij de indiener van het verzoekschrift vÛÛr de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en c. waren zij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT