Raadkamer van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 24 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

Gerechtshof te Arnhem

pkn: 21-004317-12- 16

Het gerechtshof heeft te beslissen op een verzoek, vervat in een verzoekschrift van

19 oktober 2012, ingekomen ter griffie van het hof op 19 oktober 2012, namens de verdachte,

[voornaam] [achternaam],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonende te [woonadres],

tot schorsing van het tegen die verdachte rechtens gegeven en nog van kracht zijnde bevel tot voortduren van de voorlopige hechtenis.

Het hof heeft gehoord in raadkamer van heden de advocaat-generaal en de raadsman van verdachte, mr U. Ural, advocaat te Enschede.

Verdachte is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

OVERWEGINGEN:

Het hof is na onderzoek gebleken dat geen redenen aanwezig zijn tot enige schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte, zodat het verzoek moet worden afgewezen.

In raadkamer heeft de raadsman aangevoerd dat niet valt in te zien waarom verdachte in afwachting van de behandeling van het hoger beroep in de starfzaak, opnieuw in voorlopige hechtenis zou moeten blijven, zulks gelet op het uitgangspunt van het Europese hof, dat verdachte zijn berechting in vrijheid mag afwachten. Voor zover de raadsman zich daarbij beroept op artikel 5 van het EVRM berust hetgeen door hem is gesteld op een misvatting van die regeling. Aangezien verdachte in eerste aanleg inmiddels door de rechtbank is veroordeeld tot een gevangenisstraf, voor de duur van 18 maanden, berust zijn voortdurende detentie niet langer op de op in artikel 5 lid 1 sub c EVRM genoemde uitzondering op het verbod op vrijheidsontneming, maar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT