Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Middelburg, October 22, 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 2012-10-22 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Middelburg |
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
parketnummer: 12/715177-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 oktober 2012
in de strafzaak tegen de ter terechtzitting verschenen
[verdachte],
geboren op [1971],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Middelburg, locatie Torentijd, Middelburg, Torentijdweg 1,
raadsvrouw mr. S. van Dongen, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 oktober 2012, waarbij de officier van justitie mr. Van der Hofstede en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
-
hij op of omstreeks 18 mei 2012 te Hulst,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer] (met kracht)
door elkaar heeft geschud en/of bij de keel heeft gepakt en/of in de
keel/strot heeft geknepen en/of de keel/strot heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt
en/of dichtgeknepen/dichtgedrukt heeft gehouden (tengevolge waarvan die
[slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of (terwijl die [slachtoffer] bewusteloos was)
(met kracht) in een auto heeft gesmeten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 1 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 18 mei 2012 te Hulst ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer] (met kracht)
door elkaar heeft geschud en/of bij de keel heeft gepakt en/of in de
keel/strot heeft geknepen en/of de keel/strot heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt
en/of dichtgeknepen/dichtgedrukt heeft gehouden (tengevolge waarvan die
[slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of (terwijl die [slachtoffer] bewusteloos was)
(met kracht) in een auto heeft gesmeten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 1 subsidiair telastgelegde een veroordeling niet
mocht kunnen volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 18 mei 2012 te Hulst,
opzettelijk mishandelend [slachtoffer] (met kracht) door elkaar heeft geschud
en/of bij de keel heeft gepakt en/of in de keel/strot heeft geknepen en/of de
keel/strot heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of dichtgeknepen/dichtgedrukt
heeft gehouden (tengevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of
(terwijl die [slachtoffer] bewusteloos was) (met kracht) in een auto heeft
gesmeten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
-
hij op of omstreeks 18 mei 2012 te Lamswaarde, gemeente Hulst,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
politieambtenaar [verbalisant 1] te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling,
met dat opzet ten overstaan van [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] die [verbalisant 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Die [verbalisant 1] zou van alles
regelen maar doet gene klote alleen koffie zuipe en hier rondhangen. Ik vliegt
hem naar de strot als ik 'm tegenkom! Ik maak hem ook af! Dat is ene
bedreiging!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
-
hij op of omstreeks 18 mei 2012 te Hulst als bestuurder van een voertuig,
(een personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder
zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten,
dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een
andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk
besturen in staat moest worden geacht;
art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 Ten aanzien van de tenlastegelegde feiten
4.1 Het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde
4.1.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de aangifte van [slachtoffer], de medische informatie over het bij haar waargenomen letsel, de inhoud van de rapportage van het NFI, de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2], de processen-verbaal van bevindingen, waaronder het proces-verbaal waarin de kort na het incident afgelegde verklaringen van verdachte ten overstaan van de politie zijn weergegeven en waaruit de intentie van verdachte om het [slachtoffer] te doden blijkt.
Deze verklaringen zijn door verdachte spontaan afgelegd zonder voorafgaande cautie. Op dat moment was geen sprake van een Salduz-situatie omdat verdachte op dat moment niet was aangehouden. De spontane verklaringen van verdachte kunnen dan ook worden gebruikt voor het bewijs.
4.1.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is ten aanzien van dit feit -kort samengevat- van mening dat verdachte niet kan worden gehouden aan zijn eerste spontane verklaringen ten overstaan van de politie, nu deze zijn afgelegd in een evident zeer emotionele toestand van radeloosheid en hulpbehoevendheid. Ook de verklaring die hij de volgende dag bij de politie heeft afgelegd is nog hevig gekleurd door zijn emoties. Deze verklaringen kunnen niet tot bewijs gebezigd worden. Er dient te worden gekeken naar de objectieve gegevens. Verwijzend naar jurisprudentie en de conclusies van het in deze zaak uitgebrachte NFI-rapport, vormt het bij aangeefster geconstateerde letsel geen aanwijzing voor enig bewijs dat sprake is geweest van een voor haar levensbedreigende situatie, noch dat het handelen van verdachte zodanig is geweest dat de dood of zware mishandeling voor aangeefster reëel te verwachten gevolgen waren. De raadsvrouw verzoekt verdachte zowel van het onder 1 primair als subsidiair ten laste gelegde vrij te spreken. Zij acht eenvoudige mishandeling te bewijzen.
4.1.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van het bewijs het navolgende.
Uit het dossier komt naar voren dat aangeefster [slachtoffer] ten tijde van het tenlastegelegde feit in de woning van verdachte in Lamswaarde woonde, terwijl ook verdachte daar woonachtig was. Tussen verdachte en [slachtoffer] bestonden al enige tijd spanningen. Op 18 mei 2012 zijn verdachte en [slachtoffer] naar een café in Hulst gegaan. Verdachte heeft in het café meerdere glazen alcoholische drank genuttigd. Verdachte en [slachtoffer] hebben bij het café onenigheid gekregen, waarna zij zijn vertrokken. Bij de auto van [slachtoffer], die geparkeerd stond in Hulst is die onenigheid geëscaleerd en heeft verdachte geweld tegen [slachtoffer] gebruikt. Verdachte heeft vervolgens enkele kilometers met [slachtoffer] in de auto gereden, heeft de auto langs de kant van de weg gezet, bij een woning aangebeld en de mensen die opendeden verzocht om politie en ambulance te bellen. Vervolgens is verdachte te voet naar zijn woning gelopen. De ingeseinde politie heeft [slachtoffer] in de auto aangetroffen. Verdachte is door de politie bij zijn woning aangetroffen en later in zijn woning aangehouden.
Op 18 mei 2012 heeft verdachte voorafgaand aan zijn aanhouding ten overstaan van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] spontaan een verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard dat hij [slachtoffer] in de auto heeft gesmeten, haar door elkaar heeft geschud, bij de nek heeft gepakt en de strot dichtgeknepen. Voorts heeft hij verklaard dat hij haar de nek wilde omdraaien, haar kapot wilde maken, haar bij de strot heeft gepakt en haar de keel heeft dichtgehouden.
Ter zitting heeft verdachte deze verklaring bevestigd. Hij heeft verder bevestigd dat hij de verbalisanten direct bij aankomst op 18 mei 2012 heeft gevraagd “Is ze dood?”. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij [slachtoffer] stevig bij de kraag heeft gepakt, haar flink door elkaar heeft geschud, waarna zij in elkaar zakte en dat hij [slachtoffer] daarna heeft opgepakt en in de auto heeft gezet.
De rechtbank stelt vast dat de door verdachte beschreven handelingen steun vinden in de letselbeschrijving van de GGD-arts , waarin wordt beschreven dat links en rechts in de hals van [slachtoffer] sprake was van roodheid, schaafwonden en drukplekken. Die plekken zijn zichtbaar op de foto’s van de hals van [slachtoffer] . Ook vinden de door verdachte genoemde handelingen op relevante punten voldoende steun in de verklaringen van verschillende onafhankelijke getuigen.
Zo heeft de getuige [getuige 2] verklaard dat zij zag dat een man, die een boze en agressieve...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT