Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Middelburg, 18 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Middelburg

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Nevenlocatie Middelburg

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 12/18156

V-nummer: [nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam 1]

eiser,

gemachtigde mr. F.S. van Nierop,

en

de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,

verweerder,

gemachtigde mr. P. van Zijl

Procesverloop

Bij besluit van 30 mei 2012 (hierna: het bestreden besluit) is de asielaanvraag van eiser afgewezen. Op 5 juni 2012 heeft eiser tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2012. Eiser is ter zitting in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was ter zitting aanwezig S. Sadat, tolk in de Pashtu taal. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

  1. Verzoeker heeft gesteld te zijn geboren op [geboortedatum] 1995 en de Afghaanse nationaliteit te bezitten. Op 8 september 2011 heeft hij een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft bij het bestreden besluit deze aanvraag afgewezen en daarbij tevens bepaald dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier als alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) en dat artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) niet op eiser van toepassing is.

  2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zijn vader voor het World Food Program (WFP) werkte en eisers vader en het gezin hierom door de Taliban bedreigd werden. Eiser werd op 6 juli 2011 op straat bedreigd waarbij op hem werd geschoten en zijn vriend in zijn been is geraakt. Een dag later heeft eisers vader een dreigbrief gevonden. Op 17 juli 2011 vond er in de ouderlijke woning een inval plaats, hierna heeft eiser zijn land van herkomst verlaten.

  3. Verweerder heeft eisers aanvraag afgewezen op grond van artikel 31, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000. Eiser heeft onvoldoende documenten overgelegd om zijn nationaliteit, identiteit en reisroute te kunnen vaststellen. Eiser heeft een taskera overgelegd die na onderzoek zeer wel mogelijk echt is bevonden, echter rijmt de datum van afgifte, te weten 20 augustus 2011, niet met de door eiser gestelde vertrekdatum uit Afghanistan, begin augustus 2011, terwijl eiser had gesteld deze reeds bij zijn inreis in Nederland in zijn bezit te hebben. Eiser heeft zijn reisrelaas niet onderbouwd met het door hem gebruikte grensoverschrijdingsdocument, noch met enig ander indicatief bewijs. Het door hem gebruikte paspoort en de tickets heeft hij in Nederland aan de reisagent afgestaan, hetgeen aan eiser is toe te rekenen. Verweerder vindt het vreemd dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT