Herziening van Centrale Raad van Beroep, 8 de Noviembre de 2012

Datum uitspraak 8 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/6708 AOW, 11/6709 AOW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 31 december 2008, 08/1164 en 08/4039

Partijen:

[Verzoekster] te Marokko (verzoekster)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

Datum uitspraak: 8 november 2012

PROCESVERLOOP

Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 31 december 2008.

De Svb heeft een reactie op dit verzoek om herziening ingezonden.

Het verzoek is behandeld ter zitting van 18 oktober 2012. Verzoekster is daar niet verschenen en de Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.

OVERWEGINGEN

  1. De Raad stelt voorop dat het door verzoekster bij brief van 30 september 2011 ingediende verzoek aangemerkt wordt als een verzoek om herziening van de uitspraak van 31 december 2008, nu daarin wordt aangegeven dat ten onrechte geen nabestaandenuitkering aan verzoekster is toegekend. Daarbij wordt erop gewezen dat al eerder is overwogen, onder meer in de uitspraak van 18 mei 2006 (LJN AX6446) dat op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) immer van een oorspronkelijke uitspraak herziening kan worden gevraagd.

  2. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Awb kan op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien worden op grond van feiten of omstandigheden die:

    1. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;

    2. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en

    3. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

  3. Verzoekster heeft in haar verzoek om herziening aangevoerd dat zij het niet eens is met de uitspraak van de Raad van 31 december 2008, omdat zij meent aanspraak te kunnen maken op een nabestaandenuitkering.

  4. Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb juncto artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient dan ook te worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat namens verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in genoemde bepalingen van de Awb, naar voren is gebracht. Daarbij wijst de Raad erop dat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT