Herziening van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 24 de Octubre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Octubre de 2012
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 11/00932

uitspraak van de zesde enkelvoudige belastingkamer

op het verzoek van

[X] te [Z], belanghebbende,

gemachtigde mr. J.M.H. Römkens te Maastricht, de gemachtigde,

tot herziening van de uitspraak van de twaalfde enkelvoudige belastingkamer van het Hof van 10 juni 2010 in de zaak met kenmerk 04/03028

in het geding tussen

belanghebbende

en

de Inspecteur Belastingdienst Amsterdam, de inspecteur.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Bij zijn bovenvermelde uitspraak heeft het Hof beslist op het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de inspecteur betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PV) voor het jaar 2000 (hierna ook: de aanslag), alsmede tegen de uitspraken betreffende de gelijktijdig met de aanslag jegens belanghebbende genomen boetebeschikking en beschikking inzake in rekening gebrachte heffingsrente.

    1.2. Bij zijn arrest van 25 november 2011, nr. 10/3347, LJN BU5715, heeft de Hoge Raad het tegen de onder 1.1 bedoelde uitspraak ingestelde cassatieberoep van belanghebbende met toepassing van artikel 81 RO ongegrond verklaard.

    1.3. Bij geschrift van 8 december 2011, bij het Hof ingekomen op 9 december 2011, heeft de gemachtigde het Hof verzocht om herziening van zijn onder 1.1 bedoelde uitspraak.

    1.4. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, heeft de gemachtigde een conclusie van repliek ingediend, waarna de inspecteur een conclusie van dupliek heeft ingediend.

    1.5. Bij brief van 6 september 2012 heeft de gemachtigde nadere stukken ingediend. Een afschrift daarvan is toegezonden aan de inspecteur bij brief van 7 september 2012.

    1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 september 2012. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

  2. Overwegingen

    Wettelijk kader

    2.1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan het Hof op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:

    a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;

    b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en

    c. waren zij bij het Hof eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

    Herzieningsverzoek

    2.2. Belanghebbende heeft in zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT