Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Assen, 13 de Noviembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Assen

RECHTBANK ASSEN

Sector strafrecht

Parketnummer: 19.830228-10

vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 13 november 2012 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,

wonende te [woonplaats].

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 30 oktober 2012.

De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. Y. Kikkert, advocaat te Assen.

De tenlastelegging

De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat

  1. hij op momenten in de periode van 1 maart 2010 tot en met 30 september 2010 te Emmen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk FD] van het leven te beroven, met dat opzet [FD] meermalen, althans eenmaal een riem om haar nek/keel heeft gedaan en deze heeft aangetrokken en/of meermalen, althans eenmaal, met zijn beide handen met kracht haar keel heeft dichtgeknepen en/of gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    art 287 Wetboek van Strafrecht

    art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

  2. hij op momenten in de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 september 2010 te Emmen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, zijn levensgezel, genaamd [FD], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet haar meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of geschopt in het gezicht en/of op haar lichaam (terwijl zij op de grond lag) en/of haar keel heeft dichtgedrukt en/of haar in haar gezicht heeft gebeten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat

    hij op momenten in de periode van 1 juni 2009 tot en met september 2010 te Emmen opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon, te weten [FD], meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of geschopt en/of aan haar haren heeft getrokken en/of gebeten en/of haar keel heeft dichtgedrukt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

    art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht

    art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

  3. hij op momenten in de periode van 1 maart 2010 tot en met 30 september 2010 te Emmen, [FD] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een riem om de nek/keel van de [FD] heeft gedaan en deze heeft aangetrokken en/of haar keel heeft dichtgedrukt en/of een mes voor haar oog, althans haar gezicht, heeft gehouden en/of een bijl en/of een emmer benzine heeft meegenomen de woning in en/of een vuurwapen op haar heeft gericht en

    (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd :

    - "Ik maak je dood, kankerhoer, ik beëindig alles, ik doe je in de kofferbak, ik beëindig alles ook je familie" en/of,

    - "Ik haal je ogen eruit, het boeit me niet wie de politie belt, ik neuk hen allemaal, voordat de politie komt ben jij al dood!" en/of

    - "Ik steek je in de fik" en/of

    - "Ik hak je in stukken" en/of

    - "Ik heb een pistool, ik schiet je dood" en/of

    - “Ik steek alles in de fik” en/of

    - “Je gaat dood”,

    althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

    art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

  4. hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 15 oktober 2010, te Emmen in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een hoeveelheid cocaïne en/of heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde

    lid van artikel 3a van die wet;

    art 2 ahf/ond B Opiumwet

    art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

    art 10 lid 4 Opiumwet

  5. hij op of omstreeks 15 oktober 2010, te Emmen in de gemeente Emmen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1.74 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en/of ongeveer 9.34 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

    art 2 ahf/ond C Opiumwet

    art 10 lid 3 Opium

    Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.

    De vordering van de officier van justitie

    De officier van justitie mr. W. Huizing acht hetgeen onder 2 primair, onder 3, onder 4 en onder 5 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT