Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Maastricht, 3 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Maastricht

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector strafrecht

parketnummer: 03/706254-10

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 december 2012

in de strafzaak tegen

[naam verdachte],

geboren te [geboortegegevens verdachte],

wonende te [adres verdachte].

Raadsman is mr. W. de Vilder, advocaat te Beek.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 november 2012. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen haar gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander bijna 5 kg amfetamine in haar bezit heeft gehad.

3 De beoordeling van het bewijs

3.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Zij brengt naar voren dat het percentage amfetamine in de aangetroffen pakketten niet relevant is, nu de gehele hoeveelheid amfetamine bevat. De officier van justitie acht bewezen dat verdachte de amfetamine samen met de medeverdachte aanwezig heeft gehad, omdat zij beiden in de woning verbleven en zowel verdachte als haar partner op de hoogte waren van de aanwezigheid van de amfetamine in deze woning.

3.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte slechts een hele kleine rol heeft gehad en dat zij niet als medepleger kan worden aangemerkt. Hij heeft daarbij verwezen naar de verklaring van de medeverdachte dat hij het feit alleen heeft gepleegd en naar jurisprudentie (LJN BH1437).

3.3 Het oordeel van de rechtbank

Op 21 augustus 2010 werd in de woning van verdachte te Schin op Geul, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, in de diepvries in totaal ongeveer 5 kg van een witte substantie aangetroffen, verdeeld over vijf identieke pakketten. Uit twee van deze pakketten zijn monsters genomen die zijn opgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Het NFI heeft gerapporteerd dat de monsters amfetamine bevatten.

Verdachte heeft verklaard dat zij wist dat er al twee of drie maanden 5 kg speed in de vriezer lag. Medeverdachte [naam medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij 5 kg speed in bewaring had genomen voor een kennis en in de vriezer had gelegd.

Het verweer van de raadsman dat geen sprake zou zijn van medeplegen wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte samen met de medeverdachte woonachtig was in het pand waar de verdovende middelen in de vriezer bewaard werden en dat verdachte hiervan weet had. Hierdoor had zij niet alleen de beschikkingsmacht over de verdovende middelen, maar ook een stem in het al dan niet in huis laten ervan. Gelet hierop is verdachte naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als medepleger.

De rechtbank ziet zich vervolgens geplaatst voor de vraag of bewezen kan worden dat ook de niet onderzochte pakketten amfetamine bevatten.

Deze pakketten zaten in dezelfde boodschappentas als de wel onderzochte pakketten en waren op identieke wijze verpakt. Daarmee is het naar het oordeel van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT