Wraking van Rechtbank Groningen, President, 12 de Diciembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 12 de Diciembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | President |
beslissing
RECHTBANK GRONINGEN
Meervoudige wrakingskamer
Zaaknummer / rekestnummer: 138013 / PR RK 12-542
Datum beslissing: 12 december 2012
Beslissing op het mondelinge verzoek van [A], wonende te [woonplaats], [adres], verder te noemen [A], tot wraking ingevolge artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering.
-
Het procesverloop
1.1 Mr. R.J.E. van Haarst heeft namens [A] op de zitting van 12 december 2012 een verzoek tot wraking ingediend van mr. P.H.M. Smeets als politierechter die de strafzaak onder parketnummer 18/650278-12 tegen [A] behandelt.
1.2 Op 12 december 2012 is het verzoek van [A] tot wraking ter zitting behandeld van de wrakingskamer. Ter zitting heeft de raadsman van [A], mr. Van Haarst, het verzoek toegelicht. Mr. Smeets heeft aangegeven niet te berusten in het wrakingsverzoek en zijn standpunt mondeling toegelicht. Voorts is de officier van justitie gehoord.
Na beraad in raadkamer heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan.
-
Het standpunt van [A]
[A] heeft gesteld dat mr. Smeets er gezien zijn vraagstelling en uitlatingen blijk van heeft gegeven niet onpartijdig in de vorenbedoelde zaak te zijn. Ten tijde van de ondervraging van [A] heeft mr. Smeets hem verklaringen uit het dossier voorgehouden waarin ondermeer staat vermeld dat er 8 personen bij de mishandeling van [B] aanwezig zijn geweest. [A] heeft daarop verklaard dat die verklaringen niet juist zijn. Vervolgens heeft mr. Smeets [A] gewezen op het feit dat hij niet kan weten of er 8 personen bij de mishandeling van [B] aanwezig zijn geweest nu hij heeft verklaard ten tijde van de mishandeling aanwezig te zijn geweest in de woning van [C]. Op de verklaring van [A] dat de getuigenverklaringen op dat punt onjuist zijn, heeft mr. Smeets geantwoord: ‘Dat zegt u’. Mr. Smeets insinueerde daarmee op voorhand dat de verklaringen van [A] gelogen waren.
-
Het standpunt van mr. Smeets
Mr. Smeets heeft aangevoerd niet vooringenomen te zijn. [A] heeft desgevraagd verklaard niet aanwezig te zijn geweest bij de mishandeling van [B] omdat hij bij een vriend in huis was. Mr. Smeets heeft [A] daarop twee getuigenverklaringen voorgehouden waarin staat vermeld dat [A] wel aanwezig was bij de mishandeling. [A] hield echter vol niet aanwezig te zijn geweest. Tevens zouden er 8 personen betrokken zijn geweest bij de mishandeling hetgeen volgens [A] onjuist was. Mr. Smeets hield [A] voor dat hij dat niet kan weten omdat hij, naar eigen zeggen, op dat moment in de woning van [C] verbleef...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT