Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Middelburg, 6 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Middelburg

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Nevenlocatie Middelburg

Sector bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 11/16209

V-nummer: 273.913.5392

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

gemachtigde E. Derksen,

en

de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,

daaronder mede begrepen diens rechtsvoorgangers, verweerder,

gemachtigde mr. S. Leijtens.

Procesverloop

Bij besluit van 15 april 2011 (hierna: het bestreden besluit), is de asielaanvraag van eiser afgewezen.

Op 11 mei 2011 heeft eiser tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 13 september 2012. Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was ter zitting aanwezig A.P. Shantan, tolk in de Tamil taal. Ter zitting is het onderzoek gesloten. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak één maal verlengd.

Overwegingen

1. Eiser heeft gesteld te zijn geboren op [1983] en de Srilankaanse nationaliteit te bezitten. Op 7 december 2009 heeft hij een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft bij het bestreden besluit deze aanvraag afgewezen.

2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. Hij heeft verklaard dat hij in de periode 2003-2007 gevangen heeft gezeten bij de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE) omdat hij heeft geweigerd om de wapentraining te volgen. In deze periode heeft hij onder dwang moeten werken voor de LTTE. In november 2007 is hij ontsnapt nadat hij de LTTE heeft geholpen bij de herdenkingsdag op 27 november 2007. In december 2007 is hij teruggekeerd naar huis waar hij is ondergedoken. In oktober 2008 begonnen de bombardementen. Eiser is met zijn moeder en zijn jongste broer gevlucht. Betrokkene heeft verklaard zich over te hebben gegeven aan het Srilankaanse leger. Hij werd naar een vluchtelingenkamp gebracht. Zijn nationale identiteitskaart, een LTTE identiteitskaart en een identiteitskaart van zijn school zijn ingenomen. Vanaf maart 2009 werd betrokkene verhoord en mishandeld omdat hij werd verdacht van lidmaatschap van de LTTE. Door bemiddeling van een arts uit een vluchtelingenkamp is hij opgenomen in een ziekenhuis. In het ziekenhuis is hij zijn oom tegengekomen en heeft aan hem verteld wat hem is overkomen. Zijn oom heeft kunnen regelen dat eiser met de hulp van een tussenpersoon kon ontsnappen naar Colombo. Eiser stelt per schip naar Nederland te zijn gereisd.

3. Verweerder heeft in het bestreden besluit geconcludeerd dat eiser niet voor toelating in aanmerking komt.

4. Eiser heeft onder verwijzing naar de zienswijze -samengevat- het volgende aangevoerd. Verweerder heeft hem ten onrechte artikel 31, tweede lid, aanhef en onder f, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) tegengeworpen. Niet is betwist dat hij nimmer reisdocumenten heeft gehad, zodat het ontbreken daarvan hem niet worden verweten.

Hij stelt dat de door verweerder geconstateerde tegenstrijdigheden en inconsistenties (bijvoorbeeld tussen het eerste gehoor en het nader gehoor) vanwege zijn gezondheidstoestand niet aan hem kunnen worden tegengeworpen. Hij overlegt daartoe een brief van 18 mei 2011 van zijn behandelaars bij de Reinier van Arkel Groep.

Naar aanleiding van de overwegingen van verweerder met betrekking tot de ongeloofwaardigheid van eisers rekrutering voor de “strijd” stelt eiser dat uit het ambtsbericht en uit andere bronnen blijkt dat de LTTE met regelmaat afweek van het quotum dat per gezin werd gehanteerd. Uit de beschikbare informatie kan niet worden opgemaakt hoe het quotum in de praktijk werd vormgegeven.

Voorts stelt eiser dat hij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij van november 2007 tot oktober 2008 in zijn eigen woning heeft kunnen verblijven.

Met betrekking tot de overwegingen van verweerder over de duur van het verblijf in het ziekenhuis stelt eiser dat de behandelend arts hem niet eerder uit ziekenhuis heeft ontslagen omdat hij in een andere situatie dan de overige reguliere patiënten verkeerde. Eiser bekritiseert vervolgens de nieuwe overweging met betrekking tot zijn bewaking en de stelling dat er sprake is van een hoge mate van toeval wanneer zijn oom zijn verwanten komt bezoeken.

5. Eiser heeft ter onderbouwing van de navolgende gronden de volgende stukken overgelegd:

- Out of het Silence: New Evidence of Ongoing Torture in Sri Lanka 2009-2011, Freedom from Torture,

- Locked Away: Sri Lanka’s Security Detainees, Amnesty International, March 2012,

- Sri Lanka’s North II: Rebuilding under the Military, International...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT