Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Almelo, 18 de Diciembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 18 de Diciembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Almelo |
Rechtbank Almelo
Sector strafrecht
Parketnummer: 08/790177-09
Datum vonnis: 18 december 2012
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:
[verdachte],
geboren op [datum] 1987 in Enschede,
wonende in [plaats, adres].
-
Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 december 2012. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mevrouw mr. A.M. Tromp en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. P.M. Breukink, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.
-
De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in strijd met een collectief horecaverbod toch horecagelegenheid discotheek Lunatic is binnengegaan.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op of omstreeks 10 april 2009, in Enschede, wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan de Oude Markt aldaar en in gebruik bij [naam] en/of discotheek Lunatic, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte.
-
De geldigheid van de dagvaarding en de bevoegdheid van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak.
-
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat zij niet ontvankelijk moet worden verklaard gelet op de uitspraak van de rechtbank Almelo op 16 juli 2010 die is gedaan in een soortgelijke zaak, met parketnummer 08/800004-10, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder LJN: BN3518. Zij stelt vast dat het College van Procureurs-Generaal heeft kenbaar gemaakt dat het zich niet kan vinden in het vonnis maar zij stelt eveneens vast dat er destijds geen hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis. In de eerste plaats lettend op het genoemde vonnis is zij van mening dat verdachte dus eigenlijk reeds een straf heeft gekregen van de politie toen die hem een rode kaart uitreikte. Voor een tweede vervolging is geen plaats. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot niet-ontvankelijkverklaring.
De officier van justitie is voorts ter terechtzitting ingegaan op de principiële kwesties die de politierechter in het proces-verbaal naar aanleiding van de terechtzitting van 15 juni 2009, waarin hij de zaak heeft verwezen naar de meervoudige kamer, aan de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT