Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Klachtnummer 12/0093

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Beschikking d.d. 20 december 2012

inzake de klacht van:

Klaagster,

woonplaats kiezende ten kantore van mw. mr. E.P. Vroegh,

advocaat te [woonplaats],

hierna te noemen klaagster,

ter zake van het uitblijven van een strafvervolging tegen

Beklaagde 1,

en

Beklaagde 2,

wonende te [woonplaats].

hierna te noemen beklaagden.

Het procesverloop

De klacht is bij het hof binnengekomen op 27 februari 2012.

Ingevolge de beschikking van dit hof d.d. 5 maart 2012 heeft de advocaat-generaal, onder overlegging van de processtukken, schriftelijk verslag gedaan.

Klaagster is op 21 november 2012 door één van de leden van het hof in raadkamer gehoord.

Klaagster heeft zich in raadkamer doen bijstaan door mw. mr. E.P. Vroegh voornoemd.

De motivering

De inhoud van de klacht

  1. De klacht richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie, beklaagden niet te vervolgen ter zake van (medeplichtigheid aan dan wel medeplegen van) moord c.q. doodslag op [slachtoffer] dan wel het verbergen van haar stoffelijk overschot, volgens klaagster gepleegd op 14 dan wel 15 januari 1992 te [plaats].

    Het standpunt van de advocaat-generaal

  2. De advocaat-generaal is van oordeel, dat de klacht dient te worden afgewezen wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.

    Beoordeling

  3. Ter zake van het feit waarop de klacht betrekking heeft, is door Regiopolitie Drenthe, Recherche Zuid-West een onderzoek ingesteld, waarvan de resultaten zijn vastgelegd in een dossier.

  4. [slachtoffer], het nichtje van klaagster, wordt in 1987 op tienjarige leeftijd als pleegkind in het gezin van beklaagde 1 en haar inmiddels overleden echtgenoot [naam] geplaatst. [slachtoffer] ouders zijn op

    26 december 1977 bij een verkeersongeval omgekomen en sindsdien heeft ze bij familie, opvangtehuizen en pleegouders verbleven. Van het gezin [naam] maken nog drie eigen kinderen deel uit, waarvan het jongste kind beklaagde [beklaagde 2] is.

  5. In de avond van 15 januari 1992 wordt door één van de pleegouders de vermissing van [slachtoffer] aan de politie gemeld. Volgens de [pleegvader] zou [slachtoffer] op 14 januari 1992 rond 22.00 uur naar bed zijn gegaan. De [pleegvader] was die avond alleen thuis met [slachtoffer] en beklaagde [beklaagde 2], omdat beklaagde [beklaagde 1] naar een cursus volksdansen was. De volgende ochtend rond

    6.45 uur constateerde [de pleegvader] dat [slachtoffer] niet in haar bed lag. In eerste instantie werd aangenomen dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT