Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Leeuwarden, 4 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Leeuwarden

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht, belastingkamer

procedurenummer: AWB 12/532

uitspraak van de meervoudige kamer van 4 december 2012 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

in het geding tussen

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

gemachtigde [gemachtigde eiser],

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Heerenveen,

verweerder,

gemachtigde [gemachtigde verweerder].

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2008 een aanslag (aanslagnummer [nummer].H86) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.314, vermeerderd met een bedrag van € 1.908 aan heffingsrente.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 18 januari 2012 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen bij brief van 23 februari 2012, ontvangen bij de rechtbank op 27 februari 2012, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 juli 2012 te Leeuwarden.

Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, welke op zijn beurt wordt bijgestaan door [bijstand]. Verweerder is daar vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand].

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt welke is aangehecht aan deze uitspraak.

Motivering

Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

1.1 Eiser is geboren op [datum] 1960 en gehuwd met mevrouw [echtgenote].

1.2 Eiser exploiteert in het boekjaar 2007/2008, dat loopt van 1 mei tot en met 30 april, samen met zijn broer, [broer], in de vorm van een maatschap een melkveehouderij. De winst wordt in de maatschap gelijkelijk verdeeld.

1.3 Eiser en zijn broer zijn in het boekjaar 2007/2008, ieder voor de helft, verplichtingen aangegaan voor de bouw van een melkveestal.

1.4 Eiser en zijn broer hebben samen met de maatschap [X], de maatschap [Y] en [Z] het concept voor de onder 1.3 vermelde stal bedacht, waarbij het accent ligt op het milieuaspect, met name de vermindering van de emissie van ammoniak en methaan, alsmede op het welzijn van de dieren.

1.5 In september 2007 is door [bijstand], een milieu-advies uitgebracht, waarin onder meer aandacht is besteed aan het effect van het gebruik van melkrobots op de ammoniakemissie. Dit effect laat zich als volgt samenvatten:

Een reductie van emissie van ammoniak vanwege de melkrobot wordt gerealiseerd door (1) het ontbreken van een wachtruimte; (2) een hogere melkproductie per koe en (3) de beschikbaarheid van meetgegevens om het rantsoen per koe te bepalen.

Ter zitting heeft [bijstand] verklaard:

"Een proefstal kan ook zonder melkrobot worden gebouwd, maar dan is er een ander systeem van reductie nodig. Dit houdt verband met de omgevingsvergunning. Er moet emissie-arm gebouwd worden. Dat kan met en zonder melkrobot. Dit systeem is bedoeld om een emissiefactor 9.5 te behalen. Een robot laat geen ammoniak verdwijnen. Door de robot verlies je geen ruimte en blijft de stal compact. Dit geheel zorgt voor een uitkomst van een emissiefactor 9.5. Dat kan alleen in een beperkte ruimte en dat is hier gelukt.".

1.6 Voorafgaand aan het doen van de investering is, mede namens eiser, door de heer [Y] (genoemd onder 1.4) intensief overleg gevoerd met [A], verbonden aan SenterNovem, thans Agentschap NL / NL Milieu en Leefomgeving. Tot de gedingstukken behoren gespreksnotities die [Y] van de gesprekken met [A] heeft gemaakt. Blijkens de door [Y] ter zitting gegeven toelichting heeft hij uit de gesprekken met [A] afgeleid dat er ook over het deel van de investering, dat zag op de melkrobots, milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (VAMIL) mogelijk was. [Y] heeft ter zitting verklaard: "Ik heb gevraagd om dat op schrift te stellen, maar dat wilde hij niet, omdat de regelgeving nog in ontwikkeling was. Om procedurele redenen kon hij het niet op papier zetten. Hij verwachtte dat de melkrobots onder de regeling van de MIA/Vamil zouden vallen.".

1.7 Op 10 april 2008 ontvangt Bureau Investeringsregelingen en willekeurige afschrijving van eiser een Melding Milieu-investeringsaftrek/Willekeurige afschrijving. Op het betreffende formulier maakt eiser melding van de investering van één bedrijfsmiddel van € 700.080, waarvan zijn aandeel 50% bedraagt (€ 350.040) en van een bedrag van € 9.677 aan milieuadvieskosten. De code van de milieu-investeringen volgens de Milieulijst is F 1099.

1.8 In het advies van 8 april 2010 van Agentschap NL / NL Milieu en Leefomgeving aan verweerder staat onder meer:

"De volgende tabel geeft een overzicht van het toe te passen bedrag.

[TABEL 1]

Samenvattend komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving een bedrag van € 51.692 in aanmerking".

1.9 Bij zijn aangifte IB/PVV 2008 brengt eiser...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT