Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

RECHTBANK ARNHEM

Sector strafrecht

Parketnummer : 05/519940-07

Datum zitting : 10 december 2012

Datum uitspraak : 21 december 2012

TEGENSPRAAK

Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van

de officier van justitie in het arrondissement Arnhem

tegen

naam : [verdachte]

geboren op : [geboortedatum]

adres : [adres]

plaats : [woonplaats]

Raadsman : mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.

  1. De inhoud van de tenlastelegging

    Aan verdachte is, na een door de rechtbank op 10 december 2012 ter terechtzitting toegewezen wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

  2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 11 april 2007 te Culemborg, met [slachtoffer], van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn vinger(s) in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht/gehouden;

  3. hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 11 april 2007 te Culemborg, met [slachtoffer], van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het (telkens) wrijven over de billen van die [slachtoffer] en/of het betasten van de anus van die [slachtoffer] en/of het betasten van en/of likken aan de penis van die [slachtoffer] en/of het in zijn, verdachtes, mond nemen van de penis van die [slachtoffer] en/of zijn, verdachtes, penis laten betasten door die [slachtoffer];

  4. Het onderzoek ter terechtzitting

    De zaak is op 10 december 2012 ter terechtzitting onderzocht. Verdachte is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Boksem voornoemd.

    De officier van justitie, mr. P.A. de Boer, heeft geëist dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten 1 en 2 zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte een bedrag van € 2.500,- in het Schadefonds geweldsmisdrijven stort.

    Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

  5. De beslissing inzake het bewijs

    Verdachte heeft ter terechtzitting van 10 oktober 2012 verklaard dat hij gedurende ongeveer een half jaar contacten met [slachtoffer] heeft gehad, terwijl in een periode van twee tot tweeënhalve maand daarvan seksuele handelingen tussen hem en [slachtoffer] hebben plaatsgevonden en verdachte het contact met [slachtoffer] daarna heeft “afgebouwd”. De exacte chronologie van de gebeurtenissen heeft verdachte ter terechtzitting niet kunnen reproduceren, maar de seksuele handelingen hebben volgens hem één tot drie keer bij hem thuis in Culemborg plaatsgevonden in de periode september/oktober 2006.

    Tijdens een “informatief gesprek”, dat plaatsvond op 11 april 2007 heeft verdachte, blijkens het proces-verbaal van dat gesprek spontaan verklaard dat tweemaal sprake is geweest van seksueel contact waarbij de ontmoetingen plaatsvonden in oktober/november 2006 bij zowel hem als bij [slachtoffer] thuis (in Culemborg). De rechtbank ziet geen reden om dit gesprek niet bij de bewijslevering te betrekken zoals de raadsman heeft verzocht, omdat verdachte toen nog geen cautie was verleend. Verdachte heeft deze verklaring immers spontaan afgelegd, zonder dat sprake was van een verhoor en nog voordat hij als verdachte werd aangemerkt. Er is voorts geen reden om aan de betrouwbaarheid van die spontane eerste verklaring te twijfelen.

    De rechtbank acht het vorenstaande voldoende om aan te nemen dat de bedoelde seksuele handelingen, die hierna worden geconcretiseerd, hebben plaatsgevonden in de periode omstreeks

    1 oktober 2006 tot en met 31 december 2006.

    Over de seksuele handelingen heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij en [slachtoffer]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT