Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Breda, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector strafrecht

parketnummer: 02-812712-11 & 02-666907-11

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 december 2012

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [datum en plaats]

thans gedetineerd in het huis van bewaring De Boschpoort te Breda,

raadsman mr. Woodrow, advocaat te Tilburg.

1 Onderzoek van de zaak

Overeenkomstig artikel 369 van het Wetboek van Strafvordering heeft de politierechter de zaak met parketnummer 02-666907-11 naar deze kamer verwezen. De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 7 december 2012, waarbij de officier van justitie, mr. Van der Linden, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

Ter zitting van 18 november 2011 zijn overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering de zaken met parketnummers 02-812712-11 en 02-666907-11 gevoegd.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte :

Onder parketnummer 02-812712-11:

Op 5 augustus 2011

Feit 1: - al dan niet met voorbedachten rade - [slachtoffer 1] heeft gedood;

Feit 2: heeft geprobeerd - al dan niet met voorbedachten rade - [slachtoffer 2], en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te doden;

Op 6 augustus 2011

Feit 3: samen met een ander of anderen een wapen en munitie voorhanden heeft gehad;

Feit 4: samen met een ander of anderen in het bezit was van 18,43 gram MDMA;

Op 22 mei 2011

Feit 5: samen met een ander of anderen één of meer wapens voorhanden heeft gehad;

Onder parketnummer 02-666907-11:

Op 30 juni 2010 [slachtoffer 5] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

Onder parketnummer 02-812712-11:

Feit 1: De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag van [slachtoffer 1] en voert daartoe aan dat, wanneer je met een vuurwapen op korte afstand meerdere schoten afvuurt in de richting van een aantal personen, je willens en wetens de aanmerkelijke kans neemt dat je iemand (dodelijk) raakt. De officier van justitie acht niet bewezen dat verdachte een vooropgezet plan had om [slachtoffer 1] te doden en voert daartoe aan dat er geen sprake is geweest van een moment van kalm beraad en rustig overleg.

Feit 2: De officier van justitie acht de poging doodslag op [slachtoffer 3] wettig en overtuigend bewezen en voert daartoe aan dat verdachte, door in het wilde weg in de richting van een aantal personen te schieten, willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij iemand dodelijk zou raken. De officier voegt daar nog aan toe dat het puur toeval is geweest dat door dit schieten bij [slachtoffer 3] uitsluitend diens jas is geraakt.

De poging doodslag op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] wordt door de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen geacht, nu zij niet zijn geraakt en hun kleding evenmin. Onduidelijk is of verdachte in hun richting heeft geschoten.

Feit 3:

De officier van justitie acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op het proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming, het proces-verbaal betreffende aangetroffen alarmpistool, munitie en opvouwbaar mes, alsmede de bekennende verklaring van verdachte.

Feit 4:

De officier van justitie acht feit 4 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de bekennende verklaring van verdachte, het NFI rapport en het proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming.

Feit 5:

De officier van justitie acht feit 5 wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2011, het proces-verbaal met betrekking tot het wapen, alsmede de bekennende verklaring van verdachte.

Onder parketnummer 02-666907-11:

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 5] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, door haar door een glazen ruit van een deur te duwen, tengevolge waarvan [slachtoffer 5] blijvend letsel bekwam.

4.2 Het standpunt van de verdediging

Onder parketnummer 02-812712-11:

Feit 1: De verdediging is van mening dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk – al dan niet in voorwaardelijke zin – [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd omdat niet kan worden vastgesteld in welke situatie het slachtoffer door de kogel is geraakt. In ieder geval kan geen sprake zijn van voorbedachten rade aangezien door verdachte in een reflex is geschoten en er derhalve geen sprake kan zijn van rustig overleg en kalm beraad.

Feit 2: De verdediging pleit voor vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit, nu bij gebrek aan nadere vaststellingen omtrent de precieze toedracht, niet kan worden bewezen dat verdachte de opzet had op het overlijden van [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4].

Feit 1 en 2: Subsidiair beroept verdachte zich ten aanzien van feit 1 en feit 2 op noodweer dan wel noodweerexces en meer subsidiair op putatief noodweer(exces).

Feit 3, 4 en 5: De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

Onder parketnummer 02-666907-11:

De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

Onder parketnummer 02-812712-11:

Feit 1:

In de vroege ochtend van vrijdag 5 augustus 2011 vond er een schietpartij plaats waarbij [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) om het leven kwam. Hoewel de lezingen van verdachte enerzijds en de vrienden van [slachtoffer 1], [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] anderzijds over de gebeurtenissen die ochtend in grote lijnen overeenkomen, zijn er tevens belangrijke verschillen tussen die respectievelijke lezingen.

De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] het meest aannemelijk en zal die daarom tot uitgangspunt nemen. Hun verklaringen komen op diverse wezenlijke punten overeen en worden op onderdelen gesteund door verklaringen van getuigen. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor hun verklaring dat zij fietsen wilden stelen, maar ook ten

aanzien van de vraag hoeveel personen er op het laatst achter verdachte aanliepen. Ook past hun verklaring omtrent de gang van zaken bij de schietpartij waarbij [slachtoffer 1] werd getroffen, beter bij de plaats waar stenen zijn aangetroffen dan dat de verklaring van verdachte dat hij werd omsingeld daarbij past.

Op vrijdag 5 augustus 2011 fietsten [slachtoffer 1] en zijn vrienden [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] na een bezoek aan een tweetal vriendinnen omstreeks 04:00 uur naar huis . Op een gegeven moment kwamen ze uit bij een flat in de [adres] . Bij de portiekdeur die toegang geeft tot – onder meer – de woning van verdachte, hebben [slachtoffer 1] en zijn vrienden geprobeerd een fiets te stelen . Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat ze ‘het geluid van fietsen hoorde, dat ze eraan stonden te rommelen’ . Vast staat dat [slachtoffer 1] en zijn vrienden halt hielden bij de flat en de portiekdeur waar verdachte woonde. Dit wordt ook bevestigd door verdachte, die heeft verklaard ‘gestrompel’ te horen bij de portiekdeur aan de voorzijde van zijn huis. Verdachte heeft verder verklaard dat hij een viertal jongens zag met capuchons en petten op.

Verdachte klopte toen op het raam, pakte zijn wapen en liep naar beneden . Toen verdachte op het raam klopte, zijn [slachtoffer 1] en zijn vrienden weggerend . Dit wordt ook bevestigd door verdachte die heeft verklaard dat hij niets zag toen hij buiten kwam .

[slachtoffer 3] zag verdachte vanuit het portiek ‘agressief en doorgedraaid’ uit de flat komen lopen, maar zag toen nog geen wapen bij verdachte . [slachtoffer 3], [slachtoffer 2], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] zijn richting [straat] gerend . Verdachte rende achter de jongens aan. [slachtoffer 3] hoorde dat verdachte riep ‘kom dan, kom dan’. Verdachte schoot toen een aantal keer in de lucht. De jongens zijn toen een stukje verder weg gerend tot ze zich veilig voelden. Verdachte was blijven staan. [slachtoffer 3] hoorde verdachte nog schreeuwen en hij hoorde nog een aantal knallen. Vervolgens liep verdachte terug in de richting waaruit hij was gekomen.

[slachtoffer 1], [slachtoffer 3], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] hebben vervolgens stenen gepakt bij [straat]. De jongens verklaarden deze gepakt te hebben om zich...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT