Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Leeuwarden, 5 de Diciembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 5 de Diciembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Leeuwarden |
vonnis
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 110584 / HA ZA 11-143
Vonnis van 5 december 2012
in de zaak van
MR. [A],
pro se en in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap JVT Transportgroep B.V.,
kantoorhoudende te [plaatsnaam],
eiser,
advocaat: mr. D. Knottenbelt te Rotterdam,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIEVE RABOBANK LEEUWARDEN-NOORDWEST FRIESLAND U.A.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
advocaat: mr. P.W. van Kooij te Rotterdam.
Eiser zal hierna de curator of mr. [A] pro se worden genoemd. Gedaagde zal hierna Rabobank worden genoemd.
-
De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
-
De feiten
In deze procedure zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1. Rabobank heeft bij onderhandse akte van 7 april 1995 aan JVT Transportgroep B.V. (hierna te noemen: JVT) een lening verstrekt ten bedrage van fl. 200.000,-. Op deze overeenkomst zijn de Algemene bankvoorwaarden van Rabobank alsmede de Algemene voorwaarden van geldleningen van Rabobank van toepassing.
2.2. Voorts heeft Rabobank bij onderhandse akte van 16 februari 1995 aan JVT een krediet in rekening-courant verstrekt ten bedrage van fl. 1.000.000,-. Op deze overeenkomst zijn van toepassing de Algemene bankvoorwaarden van Rabobank alsmede de Algemene voorwaarden voor rekening-courant 1994.
2.3. In artikel 2 van voornoemde Algemene bankvoorwaarden was onder meer bepaald:
-
Zorgplicht van de bank
De bank dient bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen. Zij zal daarbij naar beste vermogen met de belangen van de cliënt rekening houden, met dien verstande dat zij niet gehouden is gebruik te maken van haar bekende niet openbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie.
2.4. JVT heeft bij onderhandse akte van 16 februari 1995 aan Rabobank een pandrecht verstrekt op haar vorderingen op derden en haar inventaris, machines, vervoermiddelen en voorraden.
2.5. Rabobank heeft bij brief aan JVT van 2 oktober 1996 de door haar aan JVT verstrekte financiering opgezegd wegens het uitblijven van betaling. Daarbij heeft Rabobank aangegeven dat zij overgaat tot openbaarmaking van haar pandrecht, door middel van het aanschrijven van de aan haar verpande debiteuren tot betaling van hetgeen zij aan JVT verschuldigd waren. Rabobank heeft opdracht verstrekt aan incassobureau Trajectum B.V. (hierna te noemen: Trajectum) voor de incasso van de vorderingen op deze debiteuren. Trajectum is een aan de (landelijke) Rabobank-organisatie gelieerde vennootschap. Ten behoeve van het incasseren van de vorderingen van JVT op debiteuren zijn de debiteurendossiers van JVT aan Trajectum verstrekt.
2.6. De vorderingen van JVT op debiteuren betroffen vorderingen uit hoofde van vervoersovereenkomsten die onderhevig waren aan korte verjaringstermijnen: één jaar voor binnenlands vervoer en één jaar en drie maanden voor internationaal vervoer.
2.7. JVT is op 10 oktober 1996 in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. [A] tot curator. Reeds vóór datum faillissement had JVT, in overleg met Rabobank, een deel van haar vorderingen verkocht. Als gevolg daarvan is op de bankrekening van JVT kort voor het faillissement een bedrag van € 21.189,82 bijgeschreven. Na onderhandelingen met de curator heeft Rabobank genoemd bedrag aan de curator betaald.
2.8. Kort na het faillissement van JVT heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen de curator en medewerkers van Rabobank. Ter gelegenheid van deze bespreking heeft Rabobank de curator laten weten dat zij bezig was met de incasso van de debiteurenvorderingen van JVT. Rabobank heeft bij brief van 22 oktober 1996 aan de curator opgave gedaan van haar vorderingen op JVT. Voorts heeft Rabobank in deze brief aangegeven dat zij de curator op de hoogte zal houden van de voortgang van de werkzaamheden van Trajectum, die namens Rabobank de debiteuren van JVT tot betaling had aangeschreven.
2.9. Er was een actief van ongeveer fl. 4.000.000,- aan vorderingen die aan de Rabobank verpand waren. Rabobank heeft via Trajectum een zodanig bedrag bij de debiteuren van JVT geïnd, dat haar eigen vordering op JVT geheel is voldaan. Rabobank heeft de curator bij brief van 14 november 1997 medegedeeld dat tot dat moment de helft van de oorspronkelijke debiteurenportefeuille van fl. 4.000.000,- was geïncasseerd.
2.10. Rabobank heeft de curator niet medegedeeld dat en wanneer zij de inning van de vorderingen van JVT heeft gestaakt. In verband daarmee heeft de curator bij brief van 5 juni 1998 aan Rabobank gevraagd om hem mee te delen hoe Rabobank van haar inningsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Eind 1998 heeft Rabobank de debiteurendossiers weer overgedragen aan de curator.
2.11. Na de overdracht van de debiteurendossiers aan de curator bleek dat een deel van de (niet-geïncasseerde) vorderingen was verjaard. Bij brief van 29 juni 1999 heeft de curator Rabobank aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van de verjaring van de vorderingen.
2.12. De schuldeisers in het faillissement van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT