Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 27 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK ALKMAAR

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11/3212

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 december 2012 in de zaak tussen

[naam eiser], te Blokker, eiser

(gemachtigde: mr. J. Jaab),

en

de minister van Financiën, verweerder

(gemachtigde: mr. Q.A. Witsen Elias).

Procesverloop

Bij besluit van 16 mei 2007 heeft verweerder eiser met ingang van 1 juni 2007 eervol ontslag verleend in verband met ongeschiktheid wegens ziekte. Het hiertegen door eiser gemaakte bezwaar heeft verweerder bij besluit van 9 april 2009 gegrond verklaard met instandhouding van de rechtsgevolgen van het besluit van 16 mei 2007. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld.

Daartoe bij tussenuitspraak van 15 juli 2010 in de gelegenheid gesteld, heeft verweerder in het kader van de bestuurlijke lus van de door de rechtbank geboden mogelijkheid tot herstel van een in het bestreden besluit geconstateerd gebrek gebruik gemaakt.

Bij uitspraak van 22 september 2011 (zaaknummer: 09/1363) heeft de rechtbank het beroep van eiser gegrond verklaard, het besluit van 9 april 2009 vernietigd en bepaald dat verweerder opnieuw op het bezwaar beslist met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.

Bij besluit van 3 november 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij het besluit van 16 mei 2007 herroepen en eiser met ingang van 4 september 2010 eervol ontslag verleend in verband met ongeschiktheid wegens ziekte. Verweerder heeft aan eiser een bedrag van € 3.000,- aan immateriële schadevergoeding toegekend wegens termijnoverschrijding.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 oktober 2012. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Overwegingen

  1. De rechtbank heeft in de uitspraak van 22 september 2011 geoordeeld dat verweerder door het ontslagbesluit van 16 mei 2007 in stand te laten, heeft miskend dat als gevolg van de gebreken in de besluitvorming de bevoegdheid tot ontslagverlening op grond van artikel 98, eerste lid, aanhef en onder f, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) op 16 mei 2007 ontbrak. Ook ten tijde van het toen bestreden besluit van 9 april 2009 was (nog) niet voldaan aan de drie voorwaarden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT