Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 28 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

RECHTBANK ARNHEM

Sector strafrecht

Promis II

Parketnummer : 05/721093-12

Datum zitting : 14 december 2012

Datum uitspraak : 28 december 2012

TEGENSPRAAK

Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van

de officier van justitie in het arrondissement Arnhem

tegen

naam : [verdachte],

geboren op : [geboortedatum]

adres : [adres],

plaats : [woonplaats].

Raadsvrouw : mr. M. Metin, advocaat te Arnhem.

  1. De inhoud van de tenlastelegging

    Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegestane vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

  2. hij op of omstreeks 17 juli 2012 te Doetinchem [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] dreigend (via een telefoon die op de speaker stond) de woorden heeft toegevoegd :"Ik wil ma ter plekke spreken. Ik weet waar ze is. Ze zit in Didam. Ik kom naar Didam. Als je maar weet dat ik je door je flikker heen schiet. Ik schiet iedereen door de flikker

    heen en de laatste kogel is voor mij. Geen politie, want die schiet ik ook kapot" en/of "Is ma daar, ik wil ma spreken. je moet me vertellen waar zij is, want anders gaat het helemaal fout. Ik heb een wapen in me zak en ik schiet jullie allemaal een kogel door de kop en de laatste is voor mij. Ik zeg je, het wordt een bloedbad. Ze moet thuis komen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

  3. hij op of omstreeks 17 juli 2012 te Duiven [verbalisant1] en/of [verbalisant2] (beiden verbalisanten van politie Gelderland-Midden) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend met een geladen (vuur)wapen, althans met een voor afdreiging geschikt voorwerp,heeft gericht en/of gericht heeft gehouden op voornoemde [verbalisant1] en/of [verbalisant2] en/of daarmee in de richting van die

    [verbalisant1] en/of [verbalisant2] is gelopen.

  4. hij op of omstreeks 17 juli 2012 te Duiven en/of Didam en/of Doetinchem, althans in Nederland, ter voorbereiding van het misdrijf moord, althans doodslag ten aanzien van/op zijn schoonzoon [slachtoffer3], opzettelijk een vuurwapen, merk Walther, type P38 en een patroonhouder thuis heeft opgehaald en/of die patroonhouder in voornoemd vuurwapen heeft geplaatst en/of (vervolgens) in zijn auto richting de woning van zijn schoonzoon, [slachtoffer3], is gereden en/of onderweg zijn schoonzoon telefonisch heeft benaderd en de volgende woorden heeft toegevoegd: "Ik wil ma ter plekke spreken. Ik weet waar ze is. Ze zit in Didam. Ik kom naar Didam. Als je maar weet dat ik je door je flikker heen schiet. Ik schiet iedereen door de flikker heen en de laatste kogel is voor mij. Geen politie, want die schiet ik ook

    kapot" en/of "Is ma daar, ik wil ma spreken. Je moet me vertellen waar zij is, want anders gaat het helemaal fout. Ik heb een wapen in me zak en ik schiet jullie allemaal een kogel door de kop en de laatste is voor mij. Ik zeg je, het wordt een bloedbad. Ze moet thuis komen", zijnde deze handelingen bestemd tot het begaan van voornoemd misdrijf, en/of het genoemde vuurwapen en/of patroonhouder bestemd tot het begaan van voornoemd misdrijf voorhanden heeft gehad.

  5. hij in of omstreeks in de periode van 10 juli 2012 t/m 17 juli 2012 te Doetinchem [slachtoffer1] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer2] één of meerma(a)l(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte

    - die [slachtoffer1] één of meerma(a)l(en)telefonisch en/of die [slachtoffer3] (door tussenkomst van voornoemde [slachtoffer1]) en/of [slachtoffer2] (door tussenkomst van voornoemde [slachtoffer1]) opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Als je van mij gaat scheiden dan schiet ik jou dood en de familie [slachtoffer3] krijgen dan ook de kogel", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

    - die [slachtoffer3] telefonisch opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik schiet je een kogel door de flikker", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

    - die [slachtoffer3] door midel van een brief/papiertje/geschrift opzettelijk dreigend schriftelijk de woorden heeft toegevoegd: "[slachtoffer3] wil ik niet zien want dan wordt het een bloedbad, die heeft al te veel schade aangericht met [slachtoffer2]. Ze doen er verstandig aan om weg te blijven want ik sta nergens meer voorin. Ik ben onderweg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

    - die [slachtoffer3] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer1] (allen door tussenkomst van [kleindochter verdachte]) telefonisch opzettelijk dreigend de woorden heeft toegevoegd:"Hoi met opa, ik weet dat oma bij papa en mama is. Ik ga haar nu ophalen. Zeg maar dat ik eraan kom. Ik wil geen politie, want ik heb het vuurwapen bij mij en ik schiet ze allemaal kapot" en/of "De eerste kogel is voor jou vader en de laatste is voor mijzelf", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

  6. hij in of omstreeks de periode van 16 juli 2012 tot en met 18 juli 2012 te Duiven een of meer wapens van categorie III, te weten

    - een gasrevolver, merk Rohm RG 89;

    - een dubbelloopsjachtgeweer, merk Nederlandsch Wapenmagazijn, kaliber 12 serienummer 1994;

    - een vuurwapen zijnde een pistool, merk Walther type P38, kaliber 9 mm,

    - twee, althans één, magazijn(en)/patroonhouders beiden voorzien van het opschrift Walther, type P 38;

    en/of munitie van categorie III, te weten:

    - 19 patronen, type knal, kaliber 9 mm, merk RWS (behorende bij het alarmpistool);

    - 3 stuks munitie, type volmantel, merk Geco, kaliber 9x19 mm (aangetroffen in een magazijn voorzien van het opschrift Walther P38)

    - 8 stuks munitie, type volmantel, merk Geco, kaliber 9x19 mm (aangetroffen in een magazijn voorzien van het opschrift Walther P38)

    - 20 stuks munitie, merk Dynamit Nobel, type SX (Action 3), kaliber 9 x19 (voormalig politiemunitie)

    - 1 stuks munitie, type hagelpatroon, merk Fiocchi, kaliber 28 voorhanden heeft gehad.

    De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.

  7. hij op of omstreeks 17 juli 2012 te Duiven (een) een lange wapenstok en/of een mes, merk Crowning, en/of een mes, merk Buck en/of een bijl, merk Estwing, typenummer 1, zijnde (een) voorwerp(en) als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen.

    De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.

  8. Het onderzoek ter terechtzitting

    De zaak is op 14 december 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M. Metin, advocaat te Arnhem.

    De officier van justitie, mr. C.Y. Huang, heeft gerekwireerd.

    Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.

    Als benadeelde partijen zijn ter terechtzitting verschenen: [verbalisant2] en [verbalisant1], vergezeld door hun gemachtigde [naam]

  9. De beslissing inzake het bewijs

    Bij de bespreking van de bewijsmiddelen ten aanzien van de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten zal de rechtbank hierna de chronologie aanhouden, zoals deze uit het dossier voortvloeit. De bewijsmiddelen voor de ten laste gelegde feiten worden telkens in onderlinge samenhang en tijdverband bezien.

    Ten aanzien van het onder de feiten 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde

    De feiten

    Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

    Op 17 juli 2012 heeft verdachte, telefonisch gesproken met zijn kleindochter [kleindochter verdachte]. Daarna heeft hij telefonisch gesproken met [slachtoffer3], zijn schoonzoon, die op dat moment in Doetinchem was.

    In dat gesprek heeft verdachte zijn schoonzoon bedreigd door hem te zeggen dat hij met hem zou afrekenen. Ook heeft hij aan zijn schoonzoon [slachtoffer3] gevraagd zijn vrouw naar huis te sturen. Toen [slachtoffer3] aangaf niet te weten waar zij was, is verdachte naar zijn woning in Duiven gereden. Hij heeft daar een vuurwapen (een Walther P38) te voorschijn gehaald en hij heeft dit vuurwapen geladen met een patroonhouder waarvan hij wist dat daarin scherpe patronen zaten. Verdachte is vervolgens met dit geladen vuurwapen bij zich in de auto gaan rijden, op zoek naar zijn vrouw en zijn schoonzoon.

    Op enig moment, diezelfde dag, is verdachte in zijn auto door verbalisanten [verbalisant1] en [verbalisant2] tot stoppen gedwongen. Verdachte is uit de auto gestapt en had daarbij het vuurwapen in zijn handen.

    Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende bedreigingen van zijn vrouw, dochter en schoonzoon en van twee verbalisanten. Tevens heeft hij zich schuldig gemaakt aan het treffen van voorbereidingshandelingen voor moord op zijn schoonzoon.

    Het standpunt van de verdediging

    De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte bekend heeft dat hij zijn schoonzoon verbaal heeft bedreigd; hij wilde deze bedreigingen echter niet ten uitvoer brengen. Verdachte heeft het wapen niet gericht op de verbalisanten en had niet de intentie op hen te schieten.

    Beoordeling door de rechtbank

    A.

    In het bijzonder ten aanzien van de bedreigingen, zoals ten laste gelegd onder feit 4

    De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 4 allereerst dat ten laste wordt gelegd dat verdachte te Doetinchem een viertal personen heeft bedreigd, zoals onder vier gedachtestreepjes in de tenlastelegging omschreven.

    Naar het oordeel van de rechtbank kan ten aanzien van de bedreiging van [slachtoffer1] (eerste gedachtestreepje) uit het dossier niet blijken dat verdachte dan wel [slachtoffer1] ten tijde van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT