Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

beschikking

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

zaaknummer / rekestnummer: 412904 / HA RK 12-66

Beschikking van 20 december 2012

in de zaak van

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],

verzoeker,

advocaat mr. F. Kiliç te Amsterdam,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN

(Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Immigratie- en Naturalisatiedienst),

zetelende te Den Haag,

belanghebbende,

vertegenwoordigd door mr. J.E.A. Pesch.

Verzoeker wordt hierna aangeduid met '[verzoeker]' en belanghebbende met 'de IND'.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het op 8 februari 2012 ingekomen verzoekschrift;

    - de brieven van mr. Kiliç van 9 en 26 juli 2012;

    - de brieven van de IND van 20 maart 2012 en 10 september 2012;

    - de brieven van de officier van justitie van 4 en 15 oktober 2012.

    1.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 november 2012. Namens [verzoeker] is mr. Kiliç verschenen en namens de IND mr. Pesch.

  2. De feiten

    De rechtbank gaat uit van de volgende niet weersproken feiten. [verzoeker] is op [geboortedatum] 1980 te [woonplaats] (Nieuw-Zeeland) geboren als zoon van [A], geboren op [geboortedatum] 1962 te [woonplaats] (Nieuw-Zeeland). Ten tijde van de geboorte van [verzoeker] was zijn moeder in het bezit van de Nederlandse en de Nieuwzeelandse nationaliteit. De vader van [A], geboren op [geboortedatum] 1925 te Amsterdam, is in 1954 geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland. Op 18 juni 1975 is hij genaturaliseerd tot burger van Nieuw-Zeeland, met behoud van zijn Nederlandse nationaliteit. [verzoeker] heeft inmiddels zijn hoofdverblijf verplaatst naar Nederland.

  3. Het verzoek en het standpunt van de IND en van de officier van justitie

    3.1. [verzoeker] verzoekt de rechtbank vast te stellen dat hij in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Hij voert daartoe aan dat zijn moeder wellicht indertijd haar Nederlandse nationaliteit is verloren, omdat zij als meerderjarige tien jaar heeft gewoond in het land van haar geboorte (Nieuw-Zeeland) waarvan zij eveneens de nationaliteit bezit, maar door diverse overgangsregelingen heeft zijn moeder de Nederlandse nationaliteit (nog) niet definitief verloren. De hiervoor bedoelde termijn van tien jaar is voor haar op 1 april 2003 (wederom) gaan lopen. Hieruit volgt, volgens [verzoeker], dat hij tijdens zijn minderjarigheid de Nederlandse nationaliteit heeft behouden.

    3.2. De IND concludeert dat [verzoeker] het Nederlanderschap door geboorte heeft ontleend aan zijn moeder en dat hij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT