Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK ALKMAAR

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 11/974

uitspraak van de meervoudige kamer van 20 december 2012 in de zaak tussen

[naam eiser], te [woonplaats eiser], eiser

(gemachtigde: mr. R. Kiewitt),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar, verweerder

(gemachtigde: J. van den Heuvel).

Procesverloop

Bij besluit van 18 augustus 2010 (het primaire besluit) heeft verweerder de uitkering van eiser ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingetrokken over de periode van 5 september 1998 tot 1 maart 2006 en daarbij een bedrag van € 71.699,59 van eiser teruggevorderd. Eiser heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 1 maart 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2012. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Overwegingen

  1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    1.1. Eiser ontving over de periode van 7 mei 1997 tot en met 28 februari 2006 een bijstandsuitkering voor levensonderhoud naar de norm van een alleenstaande met - vanaf de invoering van de Wet Werk en Bijstand op 1 januari 2004 - een toeslag van 20%. In deze periode woonde eiser op het adres [adres 1] te [woonplaats 1]. Per 1 maart 2006 is de bijstandsuitkering beëindigd, omdat eiser is verhuisd naar de gemeente Castricum.

    1.2. Naar aanleiding van een fraudesignaal heeft de gemeente Castricum een onderzoek ingesteld. Tijdens dit onderzoek hebben sociaal rechercheurs van de Sociale Recherche Noord-Holland Noord (hierna: sociale recherche) bankafschriften van de rekening met nummer [rekeningnummer] op naam van eiser bij de ABN Amrobank te Amsterdam opgevraagd en verkregen. Voorts hebben zij eiser, [ge[getuige 1] (hierna: [getuige 1]), [naam getuige 2] en een aantal andere getuigen gehoord.

  2. Verweerder stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat eiser zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door niet op te geven dat hij in de periode van 5 september 1998 tot en met februari 2006 in het bezit was van een bankrekening met nummer [rekeningnummer]. Ook heeft eiser zijn inlichtingenplicht geschonden door een bedrag van fl. 20.000,00 in contanten niet op te geven. Voorts had eiser moeten doorgeven dat [getuige 1] in de periode van 10 september 2005 tot en met 31 januari 2006 bij hem inwoonde en dat hij aan een andere persoon een lening had verstrekt.

    Verweerder concludeert dat de bijstandsuitkering van eiser terecht is ingetrokken en teruggevorderd, omdat door de schending van de inlichtingenplicht het recht op bijstandsuitkering niet meer kan worden vastgesteld. Van bijzondere omstandigheden om van herziening (lees: intrekking) en terugvordering af te zien, is verweerder niet gebleken. Ook is van verjaring van de vordering geen sprake.

  3. ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT