Voorlopige voorziening+bodemzaak van Centrale Raad van Beroep, 8 de Enero de 2013

Datum uitspraak 8 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/5747 WWB-VV, 12/5748 WWB

Centrale Raad van Beroep

Voorzieningenrechter

Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening.

Partijen:

[verzoeker] (verzoeker)

het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel (college)

Datum uitspraak: 8 januari 2013

PROCESVERLOOP

Namens verzoeker heeft mr. J. Boelens, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 27 september 2012, 12/2800 (aangevallen uitspraak). Tevens is een verzoek om voorlopige voorziening gedaan.

Verzoeker heeft nadere stukken aan de voorzieningenrechter gezonden.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2012. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. Boelens. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door D.K. van der Marel.

OVERWEGINGEN

  1. De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellant ontving vanaf 1 december 2010 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB). Hij stond toen ingeschreven op het woonadres van zijn moeder. Met een wijzigingsformulier heeft hij aan het college als woonadres opgegeven [adres] (opgegeven adres). Vanaf 1 mei 2011 staat verzoeker op het opgegeven adres ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Verzoeker heeft voor de inrichting van zijn woning van het college een bedrag van € 3.800,-- aan bijzondere bijstand ontvangen.

    1.2. Op 30 januari 2012 is een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van de aan verzoeker verleende bijstand. In dat kader is onder meer administratief onderzoek verricht, zijn inlichtingen ingewonnen bij de leveranciers van water en energie op het opgegeven adres, zijn waarnemingen verricht nabij dat adres, zijn bezoeken gebracht aan dat adres en aan de woning van de moeder van verzoeker, en is op het kantoor van de afdeling bijzonder onderzoek een gesprek met verzoeker gevoerd. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een Rapportage Bijzonder Onderzoek van 28 februari 2012. De betaling van de bijstand is geblokkeerd per 1 februari 2012.

    1.3. Bij besluit van 1 maart 2012 heeft het college de bijstand van verzoeker met ingang van 1 mei 2011 ingetrokken op de grond dat hij vanaf die datum niet zijn hoofdverblijf heeft gehad op het opgegeven adres. Tevens zijn bij dat besluit de over de periode van 1 mei 2011 tot en met 31 januari 2012 ten behoeve van verzoeker gemaakte kosten van bijstand van hem teruggevorderd tot een bedrag van € 10.789,37.

    1.4. Bij besluit van 21 juni 2012 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar tegen het besluit van 1 maart 2012 ongegrond verklaard. Daarbij heeft het college zich, onder overneming van het advies van de commissie bezwaarschriften van 8 juni 2012, nader op het standpunt gesteld dat verzoeker niet aan het college heeft doorgegeven dat hij niet op het opgegeven adres woonde, zodat hij de op grond van artikel 17 van de WWB op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT