Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Alkmaar, 27 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Alkmaar

RECHTBANK ALKMAAR

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 10/2910

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 december 2012 in de zaak tussen

de naamloze vennootschap [naam N.V.], te [vestigingsplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. J.P. Groen),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hoorn, verweerder

(gemachtigden: mr. E.G. Borghols en N.J.J. Rood).

Procesverloop

Bij besluit van 31 mei 2010 heeft verweerder aan eiseres voor het belastingjaar 2010 een aanslag reclamebelasting van € 498 opgelegd voor vier uitingen met een gezamenlijke oppervlakte van 3,2 m² aan het pand aan de [adres] te [vestigingsplaats].

Bij uitspraak op bezwaar van 11 oktober 2010 (de bestreden uitspraak) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2012.

Op 25 april 2012 heeft de rechtbank het onderzoek heropend teneinde de zaak te verwijzen naar een meervoudige kamer.

Het onderzoek ter zitting van de meervoudige kamer heeft plaatsgevonden op 14 juni 2012.

In overleg met partijen is bepaald dat het nader onderzoek ter zitting van de meervoudige kamer op een nader te bepalen datum wordt voortgezet.

Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2012. Eiseres is verschenen bij haar gemachtigde. Verweerder is verschenen in de persoon van [naam 1], vergezeld door beide gemachtigden en [naam 2].

Met toepassing van het bepaalde in artikel 8:66, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, heeft de rechtbank de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Overwegingen

1.1 De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.2 Bij raadsbesluit van 16 december 2008 heeft de raad van de gemeente Hoorn op verzoek van een aantal ondernemers in de gemeente Hoorn, verenigd in de Hoornse Ondernemers Federatie (hierna: de HOF), met ingang van 2009 reclamebelasting ingevoerd door de Verordening Reclamebelasting 2009 (hierna: de Verordening 2009) en bijbehorende tarieventabel vast te stellen.

De opbrengst van de met ingang van 2009 ingevoerde reclamebelasting heeft de gemeente

– na aftrek van de perceptiekosten en de gederfde precariobelasting – ter uitvoering van het partijen bekende Convenant Stimulering Economie Hoorn (hierna: het convenant), ter beschikking gesteld aan de Stichting Lokaal Ondernemers Fonds (hierna: LOF) te Hoorn. Het bestuur van deze stichting vormt een personele unie met het bestuur van de HOF.

1.3 Bij uitspraak van 25 november 2010 met LJN: BO8986 heeft deze rechtbank de Verordening 2009 en bijbehorende tarieventabel onverbindend verklaard.

Bij uitspraak van 24 november 2011 met kenmerk 10/00935 (ongepubliceerd) heeft het gerechtshof Amsterdam deze uitspraak van de rechtbank vernietigd. De beoordeling van het geschil in de uitspraak van het gerechtshof is gelijk aan de beoordeling van het geschil in een wel gepubliceerde zaak met LJN: BU5999.

Het door de belastingplichtige tegen de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam ingestelde cassatieberoep heeft de Hoge Raad met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie afgedaan bij arrest van 28 september 2012 met LJN: BX8388.

1.4 Op 16 december 2009 heeft de raad van de gemeente Hoorn de Verordening Reclamebelasting 2010 (hierna: de Verordening 2010) vastgesteld. De Verordening 2010 is op 18 december 2009 bekendgemaakt. De Verordening 2010 is niet wezenlijk veranderd ten opzichte van de Verordening 2009.

1.5 Ter zitting van 18 oktober 2012 heeft de gemachtigde van eiseres een pleitnota overgelegd. De gemachtigde van eiseres heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT