Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 15 de Enero de 2013

Datum uitspraak15 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/3724 WWB, 11/3725 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 9 mei 2011, 10/879 en 10/880 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.]

het college van burgemeester en wethouders van Groningen (college)

Datum uitspraak

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. F. Bakker, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 december 2012. Voor appellante is verschenen mr. Bakker. Het college heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

  1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellante ontving over de periode vanaf 16 augustus 2005 tot en met 27 september 2009 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande ouder.

    1.2. Uit een rapport van het Samenwerkingsverband Sociale Recherche Groningen (SR) van 21 december 2009 komt naar voren dat de regiopolitie Groningen ambtshalve aan de SR heeft meegedeeld dat de ex-partner van appellante, [naam ex-partner], is gehoord als verdachte van het witwassen van geld. Uit dat strafrechtelijk onderzoek is ook de naam van appellante naar voren gekomen. Naar aanleiding hiervan heeft SR het Internationaal Bureau Fraude-Informatie (IBF) verzocht een onderzoek in te stellen op Curaçao. Bij brief van 18 december 2009 heeft het IBF de SR geïnformeerd over het feit dat appellante op 10 januari 2008 bij notariële akte van koop en levering eigenaar is geworden van een perceel grond met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als [naam woning] te Curaçao (woning). Volgens een op 26 november 2009 gedateerd taxatierapport van het makelaarskantoor Caresto te Curaçao heeft de woning een marktwaarde van Naf. 90.000,-- (€ 34.939,--).

    1.3. Voorts heeft de Financial Intelligence Unit-Nederland de SR geïnformeerd over een door appellante verrichte ongebruikelijke transactie: op 13 december 2007 is in opdracht van appellante een bedrag van € 3.279,-- overgemaakt naar [I.] op de Nederlandse Antillen.

    1.4. De in 1.1 tot en met 1.3 vermelde feiten en omstandigheden hebben het college geleid tot de volgende besluitvorming.

    1.4.1. Bij besluit van 12 februari 2010 heeft het college de bijstand ingetrokken over de periode van 10 januari 2008 tot en met 27 september 2009 op de grond dat appellante niet voldaan heeft aan de op haar rustende wettelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT