Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Hertogenbosch, 24 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Hertogenbosch

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12/2726

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 december 2012 in de zaak tussen

[eiseres], te Eindhoven, eiseres

(gemachtigde: mr. P.A.M. de Haan-van de Laak),

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder

(gemachtigde: mr. W.J.C. Rademakers).

Procesverloop

Bij besluit van 5 juli 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder eiseres per 12 juli 2012 geschikt geacht tot het verrichten van haar arbeid en de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) beëindigd.

Bij besluit van 9 augustus 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2012. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

  1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

    Eiseres is tot en met 31 juli 2011 werkzaam geweest als doktersassistente voor (gemiddeld)

    24 uur per week. Met ingang van 6 september 2011 heeft eiseres zich vanuit de Werkloosheidswet (WW) ziek gemeld vanwege een chirurgische ingreep met complicaties.

  2. Blijkens de gedingstukken ligt aan het bestreden besluit verweerders standpunt ten grondslag dat eiseres, rekening houdend met haar medische beperkingen, met ingang van 12 juli 2012 in staat wordt geacht haar werk als doktersassistente te verrichten.

  3. Eiseres heeft aangevoerd dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek van verweerder onzorgvuldig is geweest. Verweerder heeft haar beperkingen onderschat en gelet op haar beperkingen is eiseres ongeschikt voor de maatgevende arbeid, aldus eiseres.

  4. Ingevolge artikel 19, eerste lid, van de ZW heeft de verzekerde bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, recht op ziekengeld.

  5. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) wordt onder “zijn arbeid” in de zin van artikel 19 van de ZW verstaan de laatstelijk voor de ziekmelding feitelijk verrichte arbeid. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van de CRvB van 30 mei 2012 (LJN: BW6932). In dit geval gaat het dus om het werk als doktersassistente voor (gemiddeld) 24 uur per week.

  6. De verzekeringsarts heeft op 5 juli 2012 (als vervolg op de rapporten van 16 november 2011, 13 januari 2012, 9 februari 2012 en 3 april 2012) een rapport van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek uitgebracht. Dit onderzoek bestond uit een dossieronderzoek, het afnemen van een anamnese en een aanvullend psychisch en lichamelijk onderzoek. Op grond daarvan heeft de verzekeringsarts geconcludeerd dat eiseres per 12 juli 2012 weer in staat is haar arbeid te verrichten. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft de verzekeringsarts bezwaar en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT