Herziening van Supreme Court (Netherlands), 22 de Enero de 2013

Datum uitspraak22 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

22 januari 2013

Strafkamer

nr. S 11/03616 H

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank Breda van 3 april 2007, nummer 02/801471-06, ingediend door mr. W.P.R. Peeters, advocaat te Rijsbergen, namens:

[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.

  1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

    De Rechtbank heeft de aanvrager ter zake van 1. "medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod" en 2. "opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod" veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden.

  2. De aanvraag tot herziening

    2.1. De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    2.2. De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. In de aanvraag wordt daartoe aangevoerd dat sprake is van een persoonsverwisseling.

  3. De conclusie van de Advocaat-Generaal

    De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren en de zaak zal verwijzen naar een gerechtshof, opdat de zaak zal worden berecht en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, (oud) Sv is voorzien.

  4. Beoordeling van de aanvraag

    4.1. Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.

    4.2. Hetgeen door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie is vermeld, geeft steun aan de stelling waarop de aanvraag berust, te weten dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van een persoonsverwisseling.

    4.3. Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Rechtbank, ware deze hiermee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.

  5. Slotsom

    Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hier sprake is van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT