Eerste aanleg - enkelvoudig van Centrale Raad van Beroep, 24 de Enero de 2013

Datum uitspraak24 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/3457 WUV

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen

Partijen:

[A. te B. ] (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (verweerder)

Datum uitspraak: 24 januari 2013

PROCESVERLOOP

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 25 april 2012, kenmerk BZ01449401 (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 1945 (Wuv).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2012. Appellant is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Marijnissen.

OVERWEGINGEN

  1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellant, geboren in 1923, is in 1976 erkend als vervolgde in de zin van de Wuv. Daarbij is aanvaard dat zijn psychische klachten en rugklachten in causaal verband staan met de vervolging. In 1994 is hem een vergoeding toegekend voor de kosten van extra huishoudelijke hulp, éénmaal per week gedurende een halve dag.

    1.2. In oktober 2011 heeft appellant verzocht om uitbreiding van het aantal uren huishoudelijke hulp. Daarbij heeft hij erop gewezen dat zijn echtgenote, die op 2 september 2010 is overleden, op eigen naam een vergoeding voor vier dagdelen per week ontving. Die vergoeding is nu weggevallen.

    1.3. Bij besluit van 17 februari 2012 heeft verweerder aan appellant met ingang van 1 oktober 2011 een vergoeding toegekend voor de kosten van uitbreiding van huishoudelijke hulp tot twee dagdelen per week. Een vergoeding voor meer dan twee dagdelen is geweigerd. Het hiertegen gerichte bezwaar van appellant is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.

  2. Naar aanleiding van hetgeen in beroep is aangevoerd, overweegt de Raad als volgt.

    2.1. Verweerder voert het beleid dat personen van 70 jaar of ouder voor twee dagdelen huishoudelijke hulp per week in aanmerking komen indien daarvoor een medische noodzaak bestaat op grond van het totaal van beperkingen als gevolg van causale en niet-causale aandoeningen. Vast staat dat appellant aan deze voorwaarde voldoet.

    2.2. Toekenning voor méér dan twee dagdelen per week kan volgens het beleid plaatsvinden op grond van de causale beperkingen, bijvoorbeeld bij beperkingen in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT