Eerste aanleg - enkelvoudig van Centrale Raad van Beroep, 24 de Enero de 2013

Datum uitspraak24 de Enero de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/4491 AOR

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen

Partijen:

[A. te B. ] (appellant)

de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling (verweerder)

Datum uitspraak: 24 januari 2013

PROCESVERLOOP

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 17 juli 2012, kenmerk 0003620/CAOR (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2012. Daar is appellant verschenen, bijgestaan door zijn zoon [C.]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.H.G. Belleflamme en mr. R.L.M.J. Gielen.

OVERWEGINGEN

  1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Bij besluit van 28 februari 2012 heeft verweerder afwijzend beslist op de hernieuwde aanvraag van appellant om aan hem op grond van de AOR in aanmerking te brengen voor onder meer een periodieke uitkering. In dat verband heeft verweerder overwogen dat appellant ook nu geen gegevens heeft overgelegd die kunnen bevestigen dat hij oorlogsgebeurtenissen in de zin van de AOR heeft meegemaakt.

    1.2. Appellant heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend, gedateerd 5 mei 2012 en door verweerder ontvangen op 8 mei 2012. Daarmee is de wettelijke termijn om bezwaar te maken overschreden. Als reden voor de termijnoverschrijding heeft appellant gewezen op een miscommunicatie tussen zijn begeleider van de GGZ en de psychiater. Blijkens een verklaring van de GGZ-Friesland werd de hoofdbehandelaar in de van belang zijnde periode weggeroepen in verband met familieomstandigheden.

    1.3. Verweerder heeft het bezwaar van appellant bij het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe is overwogen dat de bezwaartermijn van zes weken is overschreden en dat appellant geen verontschuldigbare reden voor de termijnoverschrijding heeft opgegeven.

  2. Naar aanleiding van hetgeen in beroep is aangevoerd overweegt de Raad als volgt.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT