Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Groningen, Sector kanton, 20 de Noviembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Noviembre de 2012
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK GRONINGEN

Sector kanton

Locatie Groningen

Zaak\rolnummer: 558559 EJ VERZ 12-412

Beschikking d.d. 20 november 2012

inzake

  1. [verzoeker 1],

  2. [verzoeker 2],

    wonende te [plaatsnaam], [adres],

    verzoekers, hierna [A] te noemen,

    gemachtigde: mr. J.M. Suurmeijer,

    tegen

    [verweerder], handelend onder de naam [naam] Financiële Diensten,

    kantoorhoudende te [plaatsnaam], [adres],

    verweerder, hierna [B] te noemen,

    gemachtigde: mr. M.S. Scheffers.

    De procedure

  3. [A] hebben op 17 september 2012 een verzoekschrift strekkende tot het bepalen van een voorlopig getuigenverhoor ingediend.

    De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 november 2012.

    Bij de behandeling waren aanwezig [A], bijgestaan door hun gemachtigde en [B], bijgestaan door diens gemachtigde. Laatstgenoemde heeft het bezwaar tegen inwilliging van het verzoek uiteengezet.

    Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden. Beschikking is bepaald op heden.

    Het standpunt van [A]

  4. [A] zijn – samengevat - van mening dat [B] ernstig is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen als financieel adviseur jegens hen had. Zij wensen onderzoek te doen naar de handelswijze van [B]. Indien uit dit onderzoek blijkt dat daartoe voldoende aanleiding bestaat, zullen zij [B] aanspreken op grond van artikel 6:74 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Zij wensen getuigen te horen omtrent de feiten genoemd in de punten 1 tot en met 15 van het verzoekschrift.

    Het standpunt van [B]

    3.1. [B] heeft zich tegen inwilliging van het verzoek verzet en heeft daartoe aangevoerd dat het verzoek van [A] niet voldoende concreet is. [A] zetten in hun verzoekschrift onvoldoende uiteen omtrent welke feiten zij middels getuigenverhoren opheldering wensen te krijgen. Wat zij wel in hun verzoekschrift uiteen hebben gezet, ziet op het verkrijgen van juridische oordelen, alsmede op het achterhalen van niet reeds bekende feiten (fishing expedition). Een voorlopig getuigenverhoor is hier voor niet de aangewezen procedure.

    3.2. Voorts wordt aangevoerd dat een voorlopig getuigenverhoor, gelet op het aantal getuigen dat [A] wensen te horen, alsmede gelet op het feit dat zij reeds op de hoogte zijn van de inhoud van hetgeen deze getuigen kunnen verklaren, onredelijk belastend is voor zowel [B] als voor de kantonrechter.

    3.3. Gezien het bovenstaande dient het verzoek van [A] te worden afgewezen.

    De beoordeling

    4.1. Uitgangspunt bij de beoordeling van een verzoek tot het gelasten van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT