Wraking van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 16 de Noviembre de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 16 de Noviembre de 2012 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Wrakingskamer
registratienummer wraking Wr 177-17-2012
datum beslissing 16 november 2012
beslissing op het verzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in de zaak van
X
wonende te Y,
hierna te noemen: "verzoeker",
strekkende tot wraking van mr. P.J.M. Bongaarts, mr. P. Fortuin en mr. W.E.M. van Nispen tot Sevenaer.
-
Het procesverloop
Op 11 oktober 2012 is ter zitting van de meervoudige belastingkamer van het Hof de zaak met kenmerk 12/00132 behandeld. Bij die zaak is verzoeker betrokken als belanghebbende. Na sluiting van het onderzoek heeft de voorzitter medegedeeld dat het hof over veertien dagen, dat is op 25 oktober 2012, mondeling uitspraak zal doen.
Op 25 oktober 2012 heeft de meervoudige belastingkamer uitspraak gedaan in de genoemde zaak (12/00132).
Bij brief, gedateerd op 22 oktober 2012, door het Hof ontvangen op 29 oktober 2012, heeft verzoeker zich tot het gerechtshof gewend met een verzoek tot wraking van de behandelend kamer van het gerechtshof.
Bij brief van 8 november 2012 heeft de wrakingskamer verzoeker in de gelegenheid gesteld te reageren op de constatering van de wrakingskamer dat het verzoek tot wraking is ingediend nadat uitspraak was gedaan.
Verzoeker heeft op 12 november 2012 telefonisch - kort gezegd - laten weten niet meer schriftelijk te willen reageren. Hij blijft bij zijn verzoek.
-
De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek
Ingevolge artikel 8:15 Awb en de geldende jurisprudentie is het niet mogelijk om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het geven van een uitspraak, wraking te verzoeken van de rechters of raadsheren die deze uitspraak hebben gedaan. Een na de sluiting van het onderzoek schriftelijk ingediend wrakingsverzoek is tijdig gedaan indien het voorafgaande aan de uitspraak bij het gerecht is ingekomen en wel op een zodanig tijdstip dat de betrokken rechter(s) of raadsheren daarvan redelijkerwijs nog kennis konden nemen. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT