Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 18 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 18 december 2012

Zaaknummer 200.084.341/01

(zaaknummer rechtbank: 469773 CV EXPL 10-15096)

HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

[appellante],

wonende te [woonplaats],

appellante,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna te noemen: [appellante],

toevoeging,

advocaat: mr. E.Tj. van Dalen, kantoorhoudende te Groningen,

tegen

Christelijke Woningstichting Patrimonium Groningen,

gevestigd te Groningen,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna te noemen: Patrimonium,

advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudende te Leeuwarden.

Het geding in eerste instantie

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 10 november 2010 en 23 februari 2011 door de rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Groningen (hierna: de kantonrechter).

Het geding in hoger beroep

Bij exploot van 14 maart 2011 is door [appellante] hoger beroep ingesteld van de genoemde vonnissen met dagvaarding van Patrimonium tegen de zitting van 29 maart 2011.

De conclusie van de memorie van grieven luidt:

bij arrest, bij voorraad uitvoerbaar, het vonnis dat op 23 februari 2011 door de rechtbank Groningen (…) tussen partijen is gewezen, te vernietigen en opnieuw rechtdoende, geïntimeerde alsnog in haar inleidende vorderingen niet ontvankelijk te verklaren, danwel haar inleidende vorderingen af te wijzen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties.

Bij memorie van antwoord is door Patrimonium, onderoverlegging van een drietal producties verweer gevoerd met als conclusie:

"om bij arrest uitvoerbaar bij voorraad het zijdens appellante ingestelde appel tegen het vonnis d.d. 23 februari 2011 tussen partijen gewezen door de kantonrechter te Groningen te bekrachtigen, desnoods onder aanvulling en verbetering van de gronden waarop het berust, met veroordeling van appellante in de kosten van het hoger beroep nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het wijzen van het arrest tot de dag der algehele voldoening."

Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.

De grieven

[appellante] heeft twee grieven opgeworpen.

De beoordeling

De feiten

1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 1 (1.1 tot en met 1.7) van het bestreden vonnis van 23 februari 2011 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten komen (met een aantal aanvullingen van het hof) op het volgende neer:

1.1 [appellante] heeft, op basis van een huurovereenkomst van 18 juli 2007, per 1 augustus 2007 van Patrimonium gehuurd de portiekwoning aan [adres].

1.2 De huurovereenkomst is tot stand gekomen door tussenkomst van Bureau Woonkans op basis van de in samenwerking met de gemeente Groningen opgestelde regels voor Huisvesting Kwetsbare Personen. [appellante] heeft in dat kader met Patrimonium en de Stichting Maatschappelijke en Juridische Dienstverlening hierna: MJD) een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT