Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 20 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummers gerechtshof: 200.098.779, 200.105.280 en 200.105.281

(zaaknummers rechtbank: 314725 (2 november 2011) en 317658 (16 januari 2012)

beschikking van de familiekamer van 20 december 2012

In de zaken met zaaknummers 200.098.779 en 200.105.280

[verzoekster],

voorheen gedetineerd te Den Haag, thans woonachtig in Spanje,

verzoekster in hoger beroep,

verder te noemen “de moeder”,

advocaat: mr. V.J.M. Janszen te Haarlem,

en

Stichting Nidos Jeugdbescherming voor vluchtelingen,

gevestigd te Deventer,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen “de stichting”.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

[belanghebbende],

voorheen gedetineerd te Zeist, thans woonachtig in Spanje,

verder te noemen “de vader”,

advocaat: mr. T. Farber te Hoofddorp.

In de zaak met zaaknummer 200.105.281

[verzoeker],

voorheen gedetineerd te Zeist, thans woonachtig in Spanje,

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen “de vader”,

advocaat: mr. T. Farber te Hoofddorp,

en

Stichting Nidos Jeugdbescherming voor vluchtelingen,

gevestigd te Deventer,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen “de stichting”.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

[belanghebbende],

voorheen gedetineerd te Den Haag, thans woonachtig in Spanje,

verder te noemen “de moeder”,

advocaat: mr. V.J.M. Janszen te Haarlem.

In de zaak met zaaknummer 200.098.779

  1. Het geding in eerste aanleg

    1.1 Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank op 31 oktober 2011, heeft de stichting verzocht toestemming te geven om na te noemen [minderjarige] te laten uitreizen naar Spanje.

    1.2 Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde – beschikking van 2 november 2011, uitgesproken onder zaaknummer 314725, heeft de rechtbank aan de stichting toestemming verleend om [minderjarige] onder begeleiding van de Dienst voor terugkeer en vertrek naar Spanje te laten uitreizen.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 2 december 2011, is de moeder in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De moeder verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de stichting te gelasten na te noemen [minderjarige] terug te plaatsen in Nederland, kosten rechtens.

    2.2 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 27 februari 2012, heeft de stichting het verzoek in hoger beroep van de moeder bestreden. De stichting verzoekt het hof (naar het hof begrijpt) de bestreden beschikking te bekrachtigen.

    In de zaken met zaaknummers 200.105.280 en 200.105.281

  3. Het geding in eerste aanleg

    3.1 Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank op 30 december 2011, heeft de stichting verzocht toestemming te geven om na te noemen [minderjarige 2] te laten uitreizen naar Spanje.

    3.2 Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking van 16 januari 2012, uitgesproken onder zaaknummer 317658, heeft de rechtbank de stichting toestemming verleend om [minderjarige 2] onder begeleiding van de Dienst terugkeer en vertrek te laten uitreizen naar Spanje.

    In de zaak met zaaknummer 200.105.280

  4. Het geding in hoger beroep

    4.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 13 april 2012, is de moeder in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De moeder verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de stichting te gelasten na te noemen [minderjarige 2] bij haar terug te plaatsen dan wel bij de bij de ouders dan wel een beslissing te nemen als het hof juist acht, kosten rechtens.

    4.2 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 7 mei 2012, heeft de stichting het verzoek in hoger beroep van de moeder bestreden. De stichting verzoekt het hof (naar het hof begrijpt) de bestreden beschikking te bekrachtigen.

    In de zaak met zaaknummer 200.105.281

  5. Het geding in hoger beroep

    5.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 13 april 2012, is de vader in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De vader verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de stichting te gelasten [minderjarige 2] terug te plaatsen in Nederland, kosten rechtens.

    5.2 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 7 mei 2012, heeft de stichting het verzoek in hoger beroep van de vader bestreden. De stichting verzoekt het hof (naar het hof begrijpt) de bestreden beschikking te bekrachtigen.

  6. Het verdere verloop in alle zaken in hoger beroep

    6.1 Ter griffie van het hof zijn binnengekomen:

    - op 21 mei 2012 een brief van de stichting van 16 mei 2012 met bijlagen;

    - op 19 oktober 2012 een brief van mr. Janszen van die datum met bijlage.

    6.2 De mondelinge behandeling heeft op 26 oktober 2012 plaatsgevonden. Namens de moeder en de vader zijn hun advocaten verschenen. Namens de stichting zijn verschenen L. Ramdas (jeugdbeschermer), en A.H. KeivanRad (regiomanager). Namens de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de raad) is F.A. Leeflang verschenen.

    6.3 Artikel 1.4.3 van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT