Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 27 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.102.814

(zaaknummer rechtbank 303458)

beschikking van de familiekamer van 27 december 2012

inzake

[verzoekster],

wonende te [woonplaats],

verzoekster in het principaal hoger beroep,

verweerster in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen “de vrouw”,

advocaat: mr. A.M.C. le Loux te Amersfoort,

en

[verweerder],

wonende te [woonplaats],

verweerder in het principaal hoger beroep,

verzoeker in het incidenteel hoger beroep,

verder te noemen “de man”,

advocaat: mr. I. Lieberwerth te Amersfoort.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Utrecht van 30 november 2011, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

  2. Het geding in het principaal en het incidenteel hoger beroep

    2.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 29 februari 2012, is de vrouw in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. De vrouw verzoekt het hof die beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te vernietigen en opnieuw beschikkende te bepalen dat de man met ingang van 1 februari 2011 een bijdrage verschuldigd is in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen van € 105,- per kind per maand, althans een zodanige bijdrage en met ingang van zodanige datum als het hof juist acht alsmede de man te veroordelen tot betaling van een achterstallige alimentatie over de periode van 1 november 2010 tot 1 februari 2011 ten bedrage van € 579,-, te verhogen met de wettelijke rente over deze betalingsachterstand.

    2.2 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 8 mei 2012, heeft de man het verzoek in hoger beroep van de vrouw bestreden. Daarbij heeft de man tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. De man verzoekt het hof in het principaal hoger beroep het hoger beroep van de vrouw af te wijzen en in het incidenteel hoger beroep bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen en, naar het hof begrijpt wijzigt de man zijn verzoek, te bepalen dat de door hem verschuldigde bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 1 november 2010 op nihil wordt vastgesteld, dan wel op een bedrag c.q. met ingang van een datum zoveel eerder als 1 februari 2011 als het hof juist acht.

    2.3 Daarop heeft de vrouw in het incidenteel hoger beroep een verweerschrift ingediend, ingekomen ter griffie van het hof op 12 juli 2012, waarin zij het hof verzoekt het incidenteel beroep van de man af te wijzen.

    2.4 Ter griffie van het hof zijn binnengekomen:

    - op 24 september 2012 een brief van mr. Le Loux van 21 september 2012 met bijlagen;

    - op 2 oktober 2012 een brief van mr. Lieberwerth van 1 oktober 2012 met bijlagen;

    - op 8 oktober 2012 een brief van mr. Le Loux van dezelfde datum met als bijlage een aanvullend hoger beroepschrift.

    2.5 De minderjarige [kind 1] is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken met betrekking tot het verzoek, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

    2.6 De mondelinge behandeling heeft op 9 oktober 2012 plaatsgevonden. De vrouw is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. G.M. Goes, advocaat te Amersfoort.

    Namens de man is zijn advocaat verschenen.

    2.7 Artikel 1.4.3 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven luidt: “Een belanghebbende legt de stukken waarop hij zich wenst te beroepen, zo spoedig mogelijk over. Uiterlijk op de tiende kalenderdag voorafgaand aan de mondelinge behandeling kunnen nog stukken worden overgelegd, mits in vijfvoud en met toezending in kopie aan iedere overige belanghebbende. Op stukken die nadien worden overgelegd en op stukken waarvan tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat zij niet door iedere overige belanghebbende zijn ontvangen en tegen overlegging waarvan bezwaar is gemaakt, wordt geen acht geslagen, tenzij het hof anders beslist. Omvangrijke stukken die zonder noodzaak op of vlak voor de tiende kalenderdag voorafgaande aan de mondelinge behandeling worden overgelegd, kunnen als in strijd met de goede procesorde buiten beschouwing worden gelaten.”

    2.8 Het hof slaat geen acht op de brief met bijlage van mr. Le Loux van 8 oktober 2012, omdat deze brief met bijlage zonder noodzaak - de gewijzigde omstandigheden in het inkomen van de vrouw dateren van maart 2012 - één dag voor de mondelinge behandeling is ingekomen ter griffie van het hof. De advocaat van de man heeft dit niet met de man, die ter mondelinge behandeling wegens ziekte niet aanwezig was, kunnen bespreken. De man heeft dan ook in redelijkheid niet voldoende kunnen kennisnemen van de bijlage en heeft zich onvoldoende kunnen voorbereiden op een verweer daartegen.

  3. De vaststaande feiten

    Ten aanzien van partijen

    3.1...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT