Kort geding van Rechtbank 's-Gravenhage, Voorzieningenrechter, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: 432284 / KG ZA 12-1350

Vonnis in kort geding van 21 december 2012

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

OSR Juridische Opleidingen B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,

eiseres,

advocaat mr. M.C. Pinto te Amsterdam,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon

Nederlandse Orde van Advocaten,

gevestigd en kantoorhoudende te 's-Gravenhage,

gedaagde,

advocaat mr. M. van Rijn te 's-Gravenhage,

waarin zijn tussengekomen:

de stichting

Stichting Katholieke Universiteit,

gevestigd te Nijmegen,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Dialogue B.V.,

gevestigd te Bussum,

advocaat mr. J.F. van Nouhuys te Rotterdam.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als 'OSR', 'de NOVA', 'de Universiteit' en 'Dialogue'. De Universiteit en Dialogue worden tezamen aangeduid als 'de Combinatie'.

  1. Het procesverloop en het incident tot tussenkomst

    1.1. OSR heeft de NOVA op 29 november 2012 doen dagvaarden om op 14 december 2012 te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. De zaak is op die datum behandeld.

    1.2. De Combinatie heeft gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen OSR en de NOVA dan wel zich in deze procedure te mogen voegen aan de zijde van de NOVA. Ter zitting van 14 december 2012 hebben OSR en de NOVA verklaard geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst. De Combinatie is vervolgens toegelaten als tussenkomende partij, aangezien zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij daarbij voldoende belang heeft. Voorts is niet gebleken dat de toewijzing van de gevorderde tussenkomst in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen.

    1.3. OSR heeft haar productie 14 ingetrokken, nadat de Combinatie bezwaar daartegen heeft gemaakt. Deze productie zal derhalve niet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de vorderingen. OSR heeft ter zitting bezwaar gemaakt tegen het feit dat de NOVA productie 2 van haar zijde (de na te melden brief van 15 november 2012 van de NOVA aan OSR met de motivering van de beoordeling) aan de Combinatie heeft doen toekomen, terwijl zij niet beschikt over de beoordeling van de Combinatie. De voorzieningenrechter acht dit niet in strijd met een goede procesorde. De motivering van de beoordeling van OSR is door haar zelf ook als productie 8 in het geding gebracht en zij baseert hierop enkele stellingen, terwijl op de beoordeling van de Combinatie door geen van partijen een beroep wordt gedaan. Aan dit bezwaar wordt derhalve voorbijgegaan.

  2. De feiten

    Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 14 december 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

    2.1. De NOVA is verantwoordelijk voor de verplichte opleiding van advocaat-stagiaires.

    2.2. Het bestuur van de NOVA heeft in 2009 opdracht gegeven aan de Commissie Stagiaire-Opleiding, voorgezeten door prof. mr. [A] (hierna: [A]), om te adviseren en aanbevelingen te doen over de opleiding tijdens de gehele stageperiode. Dit heeft geresulteerd in het rapport 'Met recht advocaat' van oktober 2010 (hierna: het rapport).

    2.3. Begin oktober 2011 heeft de NOVA een aantal werkgroepen geformeerd die blijkens een nieuwsbrief van de NOVA van 1 februari 2011 dienden te komen tot voorstellen, ieder op zijn (rechts)gebied, voor de opleiding van de advocaten, waarbij de aanbevelingen van de Commissie Stagiaire-Opleiding in acht worden genomen. In deze nieuwsbrief worden vier werkgroepen vermeld. Als deelnemer aan de werkgroep Civiel recht wordt onder meer vermeld [B] (hierna: [B]) van de Universiteit en als deelnemer aan de werkgroep Vaardigheden en ethiek [C] (hierna: [C]) van Dialogue.

    2.4. Op 14 september 2012 heeft de NOVA de Offerteaanvraag Uitvoeringsorganisatie Beroepsopleiding Advocaten gepubliceerd. Hierin staat, voor zover thans relevant, vermeld:

    De Orde is geen aanbestedende dienst. De Orde heeft er evenwel voor gekozen om meerdere partijen uit te nodigen voor deze inkoopprocedure. Daarmee zijn wel de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht (beginselen van transparantie, gelijke behandeling en proportionaliteit) van toepassing op deze procedure, maar niet de aanbestedingsrichtlijn (2004/18/EG), het Bao en de Wira. Desalniettemin zal de Orde een rechtsbeschermingstermijn bieden ten aanzien van haar gunningsbesluit. De Wira is daarop niet van toepassing.

    (...)

    2.4Inlichtingen

    Gedurende de inkoopprocedure kunnen de Inschrijvers de Orde verzoeken om inlichtingen over de Opdracht en de Offerteaanvraag. De Orde kan ook eigener beweging inlichtingen aan de Inschrijvers verstrekken.

    Verzoeken om inlichtingen kunnen tot uiterlijk maandag 24 september 12.00 uur en uitsluitend per e-mail worden gestuurd aan het volgende e-mailadres (...)

    (...)

    2.6Melden van onregelmatigheden - akkoord met Offerteaanvraag en inkoopprocedure

    Deze Offerteaanvraag is met zorg samengesteld. Mocht Inschrijver desondanks bezwaren hebben vanwege bijvoorbeeld vermeende tegenstrijdigheden, onvolkomenheden, eventuele inbreuken op wettelijke voorschriften of (andere) onregelmatigheden, dan dient de Inschrijver dit onverwijld schriftelijk aan de orde te stellen door middel van het indienen van een verzoek om inlichtingen (conform paragraaf 2.4), derhalve uiterlijk maandag 24 september om 12.00 uur.

    Door het indienen van een Offerte gaat de Inschrijver onverkort akkoord met het bepaalde in deze Offerteaanvraag. Indien de Inschrijver de Orde niet tijdig op de voorgeschreven wijze heeft geattendeerd op voornoemde tegenstrijdigheden, onvolkomenheden, eventuele inbreuken op wettelijk voorschriften of (andere) onregelmatigheden, zijn zijn rechten om op een later tijdstip hierover alsnog te klagen verwerkt.

    (...)

    2.9Belangenverstrengeling

    De Orde kan een Inschrijver van deelname aan de inkoopprocedure uitsluiten als deze aan de zijde van de Orde betrokken is, of is geweest, bij de voorbereiding van de inkoopprocedure, dan wel die Inschrijver zich in verband met de inkoopprocedure bedient van ondernemingen, adviseurs, medewerkers en andere (rechts)personen die aldus betrokken zijn of zijn geweest. Indien de Inschrijver deel uitmaakt van een groep in de zin van artikel 2:24b BW - dan wel een soortgelijke eenheid naar buitenlands recht - kan de Orde de Inschrijver van deelname aan de inkoopprocedure uitsluiten als (rechts)personen uit de desbetreffende groep een dergelijke betrokkenheid hebben of hadden.

    De Orde zal een Inschrijver niet uitsluiten als hij aantoont dat onder de omstandigheden van het concrete geval de mededinging door bedoelde betrokkenheid niet vervalst kan zijn.

    (...)

    5. Beoordelingscriteria

    5.1 Beoordelingscriteria

    Welke Offerte het economisch meest voordelig is voor de Orde, wordt bepaald aan de hand van vijf beoordelingscriteria, conform onderstaande tabel.

    De eindscores op de verschillende beoordelingscriteria worden bepaald door de per beoordelingscriterium behaalde score te vermenigvuldigen met de daarop van toepassing zijn weegfactor, conform bovenstaande tabel. De Inschrijver met de hoogste totaalscore krijgt de (voorlopige) gunning van de Opdracht.

    Indien twee of meer Inschrijvers dezelfde totaalscore behalen, zal de Inschrijver met de hoogste score op het beoordelingscriterium Plan voor onderwijs en examinering worden aangemerkt als de Inschrijver die de economisch meest voordelige Offerte heeft uitgebracht.

    De hierna te noemen plannen (Plan van onderwijs en examinering, Implementatieplan en Kwaliteitsplan) zullen, met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 6.4, onderdeel vormen van de Overeenkomst. Het is daarom van belang dat de door Inschrijver aangeboden faciliteiten en diensten vervat worden in eenduidige en concrete - en dus rechtens afdwingbare - contractuele verplichtingen. De SMART-heid van de plannen zal dan ook een aspect zijn in de beoordeling.

    (...)

    5.2 Plan voor onderwijs en examinering

    De Inschrijver dient een Plan voor onderwijs en examinering in te dienen (...).

    In het Plan voor onderwijs en examinering dient de Inschrijver in ieder geval nader in te gaan op de wijze waarop hij de onderstaande onderdelen van de Opdracht zal uitvoeren en op welke wijze hij zal borgen daaraan steeds te voldoen. Daarnaast kan Inschrijver ingaan op andere - door Inschrijver zelf aan te dragen - onderwerpen, indien en voor zover deze bijdragen aan het tijdig bereiken van eind- en toetstermen door een zo groot mogelijk percentage stagiaires.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT