Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Breda, 13 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 11/5861

Uitspraakdatum: 13 december 2012

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende], wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant/kantoor Helmond,

de inspecteur.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2005 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil, na verrekening van een verlies uit oude jaren van € 90.711 (aanslag- en beschikkingnummer: [nummer]H.56).

    1.2. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking waarbij het verlies is verrekend. De inspecteur heeft de beschikking bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd. De uitspraak is gedagtekend 24 mei 2011. Op 24 oktober 2011 heeft de inspecteur de uitspraak aan de gemachtigde gezonden.

    1.3. Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 16 november 2011, ontvangen bij de rechtbank op 17 november 2011, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier een griffierecht geheven van € 41.

    1.4. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden te Breda op 15 november 2012.

    Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Sint Anthonis en namens de inspecteur, [gemachtigde].

    1.6. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en aangekondigd dat op 29 november 2012 mondeling uitspraak zal worden gedaan. Bij brief van 27 november 2012 heeft de rechtbank partijen medegedeeld dat de mondelinge uitspraak wordt omgezet in een schriftelijke uitspraak die uiterlijk op 27 december 2012 wordt gedaan. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat tegelijk met deze uitspraak wordt verzonden.

  2. Feiten

    Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

    2.1. Belanghebbende heeft op [datum] 1982 van zijn vader een perceel cultuurgrond gekocht dat is gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: het perceel). Het perceel is bij de aankoop door belanghebbende aangemerkt als ondernemingsvermogen. Bij de aankoop had belanghebbende de intentie om op het perceel een varkensbedrijf te vestigen en later ook een woonhuis. Belanghebbende was in 1982 17 jaar, woonde bij zijn ouders en had op dat moment nog niet de intentie om het ouderlijk huis te verlaten.

    2.2. Op het perceel is in 1982 een varkensstal gebouwd. Belanghebbende is daar begonnen met de uitoefening van zijn onderneming ‘[varkensbedrijf]’. In 1986 is tevens een loods gebouwd met doorgang naar de stal en uitloopeenheid. In de loods is toen een noodwoning gerealiseerd die in datzelfde jaar door belanghebbende is betrokken. In het midden van het perceel, vanaf de straat gezien, ligt een oprit. Links en rechts van de oprit liggen grondstroken. De grond die gelegen is aan de rechterzijde van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT