Eerste aanleg - enkelvoudig van Centrale Raad van Beroep, 7 de Marzo de 2013

Datum uitspraak 7 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/2073 WUBO, 12/2074 WUV

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen:

Partijen:

[A. te B.] (appellant)

de Pensioen- en Uitkeringsraad (verweerder)

Datum uitspraak 7 maart 2013.

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, advocaat, beroep ingesteld tegen de beschikkingen van 26 maart 2012, kenmerk BZ01402492 en BZ01452226. Deze besluiten zijn genomen ter uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), verder: bestreden besluit 1, respectievelijk de Wet uitkeringen

burger-oorlogsslachtoffers 1949-1945 (Wubo), verder: bestreden besluit 2.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 januari 2013. Appellant is, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.

OVERWEGINGEN

  1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellant, geboren op 30 december 1949, heeft op 4 juli 2011 een zogeheten samenloop-aanvraag ingediend om toekenning van een uitkering en voorzieningen op grond van de Wuv of de Wubo. Appellant heeft daarbij aangegeven zich te beroepen op de “hardheidsclausule tweede generatie”.

    1.2. Bij besluit van 12 oktober 2011, welk besluit na gemaakt bezwaar is gehandhaafd bij bestreden besluit 1, heeft verweerder de aanvraag in het kader van de Wuv afgewezen. Bij besluit van eveneens 12 oktober 2011, zoals na bezwaar gehandhaafd bij bestreden besluit 2, heeft verweerder de aanvraag in het kader van de Wubo afgewezen.

  2. Naar aanleiding van hetgeen in beroep is aangevoerd, overweegt de Raad het volgende.

    Bestreden besluit 1

    2.1. De reikwijdte van het begrip vervolging als bedoeld in de Wuv is, gelet op artikel 2, eerste lid, van die wet, beperkt tot de oorlogsjaren 1940-1945. Appellant is geboren in 1949. Dit betekent dat hij, naar door verweerder met juistheid is vastgesteld, niet kan worden beschouwd als vervolgde in de zin van genoemde wet.

    2.1.1. Appellant heeft zich beroepen zich op artikel 3, tweede lid, van de Wuv. De in dit artikellid geregelde mogelijkheid tot gelijkstelling met een vervolgde als gedefinieerd in het eerste lid van genoemd artikel, van personen ten aanzien van wie het niet toepassen van de wet een klaarblijkelijke hardheid zou inhouden, ziet echter alleen op personen die weliswaar vervolging in de zin van de wet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT