Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Breda, 21 de Diciembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 11/6006

Uitspraakdatum: 21 december 2012

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats X],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Buitenland,

inspecteur.

De bestreden uitspraken op bezwaar

De uitspraak van de inspecteur van 19 oktober 2011 op het bezwaar van belanghebbende tegen de bij de aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2009 bij beschikking aan haar opgelegde verzuimboete van € 2.460.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2012 te Roermond. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende in de persoon van [directeur], directeur, en de gemachtigde [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Heerlen, alsmede namens de inspecteur, [gemachtigden]. De zaken met procedurenummers 11/6006 en 11/6007 zijn gelijktijdig ter zitting behandeld.

  1. Beslissing

    De rechtbank:

    - verklaart het beroep gegrond;

    - vernietigt de uitspraak op bezwaar:

    - vermindert de boete tot € 452,

    - veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 437;

    - gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 302 aan deze vergoedt.

  2. Gronden

    2.1. Aan belanghebbende is via de zogenaamde Becon-regeling tot 1 februari 2010 uitstel van indiening van de aangifte vennootschapsbelasting 2009 (hierna: aangifte) verleend. Op 22 februari 2011 heeft de inspecteur een herinnering gestuurd voor het doen aangifte en op 31 maart 2011 is een aanmaning, kenmerk [kenmerk], gestuurd met het verzoek om uiterlijk 14 april 2011 een aangifte in te dienen op straffe van een boete. Op zowel de afschriften van de herinnering als de aanmaning staat het vestigingadres van belanghebbende aan de [adres], [plaats X] vermeld.

    2.2. Aangezien er geen aangifte is ingediend vóór de in de aanmaning gestelde termijn heeft de inspecteur met dagtekening 11 juni 2011 een ambtshalve aanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 1.000 en gelijktijdig bij beschikking de verzuimboete opgelegd van € 2.460. Naar aanleiding van het bezwaar is het belastbare bedrag overeenkomstig de op 8 juni 2011 ingediende aangifte verminderd tot nihil en is een verlies vastgesteld van € 385 en is de verzuimboete gehandhaafd.

    2.3. In geschil is of de verzuimboete terecht en, subsidiair, tot het juiste bedrag is opgelegd.

    2.4. Belanghebbende heeft gesteld dat zij de herinnering aan- en de aanmaning tot het doen van aangifte nimmer heeft ontvangen op het vestigingsadres dan wel op het postadres ([postadres] [plaats X]). Voorts heeft belanghebbende aangevoerd dat de boete gelet op het negatief belastbaar bedrag niet proportioneel is.

    2.5. De rechtbank stelt voorop dat voor het opleggen van een verzuimboete in beginsel geen plaats is indien de aanmaning niet op het adres van de belastingplichtige is ontvangen en de aanmaning de belastingplichtige ook anderszins niet heeft bereikt. De inspecteur moet in beginsel aannemelijk maken dat de aanmaning de belastingplichtige heeft bereikt. De omstandigheid dat per post verzonden stukken in de regel op het daarop vermelde adres van de geadresseerde wordt bezorgd of aangeboden, rechtvaardigt evenwel het vermoeden van ontvangst of aanbieding van de aanmaning op dat adres. Dit brengt met zich mee dat de inspecteur in eerste instantie kan volstaan met het bewijs van verzending naar het juiste adres (vergelijk Hoge Raad 15 december 2006, nr 41 882, LJN: AZ 4416).

    2.6. De inspecteur heeft hiertoe, naast afschriften van de in 2.2 genoemde herinnering en aanmaning, een uitdraai uit het geautomatiseerde systeem van de belastingdienst overgelegd waarin een melding is opgenomen van de verzending van de herinnering en de aanmaning. Voorts heeft de inspecteur ter zitting een rapport overgelegd waarin de procedure van verzending door [medewerker] van de Centrale Administratie van de belastingdienst nader wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT