Eerste aanleg - meervoudig van Centrale Raad van Beroep, 20 de Marzo de 2013

Datum uitspraak20 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/1369 ZW, 12/1380 ZW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 26 januari 2012, 11/1333 en 11/1203 (aangevallen uitspraken)

Partijen:

[A. te B.] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak 20 maart 2013.

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. drs. W. Hoebba, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting in de zaken heeft gevoegd plaatsgehad op 6 februari 2013, waar appellant en mr. drs. Hoebba zijn verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A.H.G. Boelen.

OVERWEGINGEN

1.1. Bij besluit van 5 oktober 2010 heeft het Uwv aan appellant een uitkering op grond van de Ziektewet ontzegd op de grond dat zijn werkgeefster ([naam werkgeefster] verplicht is tijdens ziekte zijn loon door te betalen.

1.2. Bij brieven van 13 oktober 2010 heeft [V.], werkzaam bij [naam werkgeefster], bezwaar gemaakt en desgevraagd bevestigd dat dit bezwaar als een bezwaar van [naam werkgeefster] moet worden gezien.

1.3. Bij brieven van 3 november 2010 heeft het Uwv appellant in kennis gesteld van het bezwaar van [naam werkgeefster]. Omdat appellant te kennen had gegeven dat hij het besluit van 5 oktober 2010 niet had ontvangen, is hem een kopie van dat besluit toegezonden. Voorts heeft het Uwv appellant erop gewezen dat in deze bezwaarprocedure alleen de bezwaren worden behandeld die door [naam werkgeefster] naar voren zijn gebracht en, als hij zelf bezwaren heeft tegen het besluit, die bezwaren alleen in behandeling worden genomen als hij zelf op tijd een bezwaarschrift heeft ingediend.

1.4. Bij brief van 15 februari 2011 heeft het Uwv appellant meegedeeld dat de termijn voor het beslissen op het bezwaar van [naam werkgeefster] is verlengd tot 29 maart 2011.

1.5. Bij brief van 8 maart 2011 heeft appellant bezwaar gemaakt tegen het besluit van

5 oktober 2010. Als reden voor het niet eerder zelf bezwaar maken heeft appellant bij brief van 11 april 2011 te kennen gegeven dat een Uwv-medewerker hem op 3 november 2010 heeft meegedeeld dat hij betrokken is bij een procedure van [naam werkgeefster], hetgeen bij brief van

15 februari 2011 is bevestigd. Appellant heeft hieruit afgeleid dat hij niet afzonderlijk een bezwaarschrift hoefde in te dienen.

1.6. Bij besluit van 13 april 2011 heeft het Uwv het bezwaar van appellant wegens termijnoverschrijding...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT