Eerste aanleg - meervoudig van Centrale Raad van Beroep, 21 de Marzo de 2013

Datum uitspraak21 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/2002 WUV

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak in het geding tussen

Partijen:

[A te B] (appellant)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (verweerder)

Datum uitspraak: 21 maart 2013

PROCESVERLOOP

Appellant heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 28 maart 2012, kenmerk BZ01442990 (bestreden besluit). Dit betreft de toepassing van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 1945 (Wuv).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2013. Appellant is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel.

OVERWEGINGEN

  1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellant, geboren in 1924 en van joodse afkomst, is in 1974 erkend als vervolgde in de zin van de Wuv. Daarbij is aanvaard dat zijn psychische klachten in verband staan met de vervolging. Hem is onder meer een periodieke uitkering toegekend. Zijn echtgenote was eveneens vervolgde en uitkeringsgerechtigde ingevolge de Wuv. Zij is op [overlijdensdatum] overleden.

    1.2. In december 2011 heeft appellant - voor zover hier van belang - verzocht om een vergoeding voor extra vakantie wegens een langdurige periode van zorg voor zijn vrouw en de rouwverwerking na haar heengaan. Bij besluit van 14 februari 2012 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen.

    1.3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het hiertegen gerichte bezwaar van appellant ongegrond verklaard.

  2. Naar aanleiding van hetgeen in beroep is aangevoerd, overweegt de Raad als volgt.

    2.1. Verweerder voert het beleid dat - voor zover hier van belang - de kosten van een extra vakantie kunnen worden vergoed indien sprake is van een medische noodzaak voor een vakantie of rustperiode ter reconvalescentie voor een causale aandoening na een recent ondergane operatieve ingreep of andersoortige medische behandeling, of ter preventie van een acute verergering dan wel een dreigend recidief van een acuut en ernstig naar buiten tredende causale aandoening. Bij personen boven de 70 jaar kunnen de kosten ook worden vergoed indien de extra vakantie op grond van niet-causale aandoeningen medisch noodzakelijk is.

    2.2. Verweerder stelt zich op het standpunt dat in het geval van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT