Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 26 de Marzo de 2013

Datum uitspraak26 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/4273 WWB, 11/4274 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 7 juni 2011, 11/132 en 11/133 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Naam appellante] (appellante) en [naam appellant] (appellant) te [woonplaats]

het college van burgemeester en wethouders van Groningen (college)

Datum uitspraak 26 maart 2013.

PROCESVERLOOP

Namens appellanten heeft mr. S. Wiersma, advocaat, hoger beroepen ingesteld.

Het college heeft verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 februari 2013. Appellanten zijn verschenen, bijgestaan door mr. Wiersma. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door T. van der Veen.

OVERWEGINGEN

  1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellante ontving vanaf 1 juli 1996 bijstand, laatstelijk ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande ouder. Zij staat vanaf 20 december 2004 samen met haar zoon - geboren [in] 1995 - in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Groningen (GBA) ingeschreven op het [adres 1] te [woonplaats]. Appellant staat vanaf 12 augustus 2003 in de GBA ingeschreven [adres 2] te [woonplaats].

    1.2. Naar aanleiding van een melding van woningbouwvereniging [naam woningbouwvereniging] dat appellante vermoedelijk niet verblijft op haar woonadres heeft het Samenwerkingsverband Sociale Recherche Groningen (sociale recherche) een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de aan appellante verleende bijstand. In dat kader heeft de sociale recherche onder meer dossieronderzoek verricht, bewoners van de [adres 3] en het [adres 4] als getuigen gehoord, bij Waterbedrijf Groningen en Essent verbruikscijfers van water, gas en elektriciteit op beide adressen opgevraagd, appellanten op 3 juni 2010 als verdachten verhoord en op diezelfde datum huisbezoeken afgelegd aan de woningen van appellanten. De bevindingen en conclusies van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport van 9 juni 2010 en in een proces-verbaal dat op 28 juni 2010 is afgesloten.

    1.3. De onderzoeksbevindingen zijn voor het college aanleiding geweest om bij besluit van 28 juni 2010, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 4 januari 2011 (bestreden besluit 1), de bijstand van appellante met ingang van 1 september 2006 in te trekken en de over de periode van 1 september 2006 tot en met 2 juni 2010 gemaakte kosten van bijstand van appellante terug te vorderen tot een bedrag van € 47.378,49. Aan de besluitvorming is, samengevat, ten grondslag gelegd dat appellante, zonder daarvan melding te maken aan het college, een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd met appellant.

    1.4. Bij afzonderlijk besluit van 28 juni 2010, na bezwaar gehandhaafd bij afzonderlijk besluit van 4 januari 2011 (bestreden besluit 2), heeft het college de hiervoor vermelde kosten van bijstand mede van appellant teruggevorderd.

  2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank de beroepen tegen de bestreden besluiten 1 en 2 ongegrond verklaard.

  3. Appellanten hebben in hoger beroep, samengevat, het volgende aangevoerd. Appellante kan niet worden gehouden aan haar verklaring. Zij heeft de wijze van ondervraging door de sociale recherche als zeer overdonderend, bedreigend en suggestief ervaren, ook al omdat zij voor het verhoor is meegenomen zonder dat zij voor haar zoontje kon zorgen. Tijdens de verhoren was appellante bezorgd over haar zoontje en wilde zij zo snel mogelijk weer voor hem kunnen zorgen, wat zij ook kenbaar heeft gemaakt aan degenen die haar hebben verhoord. Het is niet juist dat het college appellante wel aan haar verklaring houdt, terwijl appellant niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT