Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Oost-Nederland, 29 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Nederland

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Promis II

Parketnummer : 05/701633-12

Datum zitting : 5 februari 2013 en 18 maart 2013

Datum uitspraak : 29 maart 2013

TEGENSPRAAK

Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van

de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland

tegen

naam : [verdachte]

geboren op : [geboortedatum]

a[adres]es]

plaats : [woonplaats]

thans gedetineerd in [adres] PPC.

raadsman : mr. O.N.J. Maatje, advocaat te Zaltbommel.

  1. De inhoud van de tenlastelegging

    Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegelaten wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

  2. hij op of omstreeks 23 oktober 2012 te Varik, gemeente Neerijnen,, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om opzettelijk [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] van het leven te beroven, opzettelijk een of meer malen met een honkbalknuppel en/of een hamer en/of een ijzeren buis en/althans een of meer harde voorwerpen op en/of tegen en/of in de richting van het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    althans, indien het vorenstaande niet tot bewezenverklaring leidt, dat:

    hij op of omstreeks 23 oktober 2012 te Varik, gemeente Neerijnen,, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om opzettelijk [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk een of meer malen met een honkbalknuppel en/of een hamer en/of een ijzeren buis en/althans een of meer harde voorwerpen op en/of tegen en/of in de richting van het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

  3. hij op of omstreeks 23 oktober 2012 te Varik, gemeente Neerijnen, [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het

    leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte

    opzettelijk dreigend een of meer malen met een honkbalknuppel en/of een hamer

    en/of een ijzeren buis en/althans een of meer harde voorwerpen in de richting

    van het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft geslagen en/of met een honkbalknuppel en/of een hamer en/of een

    ijzeren buis en/althans een of meer harde voorwerpen in de hand ten overstaan

    van die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft gemanipuleerd en/of

    (daarbij) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] dreigend de

    woorden heeft toegevoegd: "Ik maak jullie dood, ik maak jullie kapot. Ik maak

    jullie hartstikke dood" en/of "Ik maak je dood. Je bent dood jongen. Je gaat

    eraan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

  4. hij op of omstreeks 23 oktober 2012 te Varik, gemeente Neerijnen, opzettelijk

    en wederrechtelijk een ruit van woning althans gebouw op of aan de

    [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft

    ingeslagen althans heeft verbroken en aldus dat goed heeft vernield en/of

    beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt;

  5. Het onderzoek ter terechtzitting

    De zaak is op 18 maart 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. O.N.J. Maatje, advocaat te Zaltbommel.

    De officier van justitie, mr. J. Kuipers, heeft gerekwireerd.

    Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

  6. De beslissing inzake het bewijs

    Ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde

    De feiten

    Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

    Verdachte heeft op 23 oktober 2012 te Varik, gemeente Neerijnen, een conflict gehad met zijn vader [slachtoffer1] (hierna: (zijn/de) vader) en zijn broer [slachtoffer2] (hierna: [slachtoffer2]). Daarbij heeft hij [slachtoffer2] met een ijzeren buis op zijn been geslagen.

    Het standpunt van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde feiten.

    Het standpunt van de verdediging

    De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tenlastegelegde. Ten aanzien van de ijzeren pijp heeft de verdediging aangevoerd dat het slaan hiermee op het been van [slachtoffer2] geen poging tot zware mishandeling, maar slechts een eenvoudige mishandeling oplevert, nu het een lichte ijzeren buis van 8 mm betrof.

    Met de hamer heeft verdachte slechts de ruit vernield, maar hij heeft niet gepoogd daarmee zijn vader zwaar te mishandelen.

    Verdachte geeft toe dat hij met de ijzeren buis geslagen heeft, maar niet met de honkbalknuppel. Daarom kan ook niet bewezen worden dat verdachte met de honkbalknuppel geslagen heeft.

    Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging ook vrijspraak bepleit. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ongetwijfeld heeft geschreeuwd, maar dat dit op de vader en [slachtoffer2] geen zodanige indruk heeft gemaakt dat werkelijk vrees is opgewekt.

    Beoordeling door de rechtbank

    Vrijspraak ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde.

    In overeenstemming met de standpunten van de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het opzet had zijn vader en [slachtoffer2] daadwerkelijk te doden of dat hij een aanmerkelijke kans dat dit het gevolg zou zijn van zijn handelen voor lief heeft genomen.

    Poging zware mishandeling van de vader en [slachtoffer2] met een honkbalknuppel:

    De vader verklaart dat verdachte met een houten honkbalknuppel aan kwam rennen en hem met deze knuppel, die hij met twee handen vasthield, meerdere malen wilde slaan. Hij moest veel moeite doen om de slagen te ontwijken. Door veel te bewegen lukte dat. Hij was er van overtuigd dat hij als hij geraakt zou zijn dood was geweest. Hij zag dat verdachte [slachtoffer2] ergens op zijn been sloeg . [slachtoffer2] heeft verklaard dat hij verdachte al zwaaiend met de honkbalknuppel naar zijn vader zag lopen. [slachtoffer2] is toen voor zijn vader gaan staan om zijn vader te beschermen, waarna verdachte hem met de honkbalknuppel (licht) geraakt heeft in zijn gezicht. Zijn bril is toen van zijn hoofd gevallen. [slachtoffer2] is toen naar achter gelopen waarna hij zag dat [verdachte] hem met de honkbalknuppel op zijn benen probeerde te slaan. Hij moest een sprongetje maken om hem te ontwijken.

    De moeder van verdachte en [slachtoffer2], [moeder verdachte], heeft verklaard dat zij zag dat [slachtoffer2] door verdachte met de honkbalknuppel werd geslagen.

    Op basis van deze verklaringen acht de rechtbank bewezen dat verdachte met een houten honkbalknuppel richting het lichaam van zijn vader heeft gezwaaid en dat hij [slachtoffer2] al zwaaiend met de honkbalknuppel tegen het hoofd heeft geslagen en dat hij hem vervolgens met de knuppel op zijn benen wilde slaan. Verdachtes verklaring ter terechtzitting dat hij niet met de honkbalknuppel heeft geslagen is naar het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT