Wraking van Rechtbank Midden-Nederland, 15 de Abril de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Midden-Nederland

beslissing

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

zaaknummer / rekestnummer: C/16/341959 / HA RK 13-99

beslissing van 15 april 2013 van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken, zitting houdend te Lelystad

op het verzoek in de zin van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verzoeker],

wonende te Almere,

thans in voorarrest verblijvende in de Penitentiaire Inrichting te Almere

verzoeker,

advocaat mr. H.F.M. Struycken te Amsterdam,

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het proces verbaal van 10 april 2013 van de behandeling in raadkamer van de Strafraadkamer van Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Lelystad

    - de schriftelijke reactie van 10 april 2013 van mr. A. van Holten

    - de mondelinge behandeling op 11 april 2013.

    1.2. Bij de mondelinge behandeling is namens verzoeker verschenen mr. Struycken voornoemd.

    1.3. Mr. Van Holten heeft laten weten niet te zullen verschijnen.

    1.4. Mr. E.J. Oosterwegel, Officier van Justitie heeft laten weten niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zullen zijn.

  2. Het wrakingsverzoek

    2.1. Verzoeker wordt verdacht van een strafbaar feit. De Officier van Justite heeft in dat verband op 20 februari 2013 de gevangenhouding van verzoeker gevorderd. De raadkamer van deze rechtbank heeft op diezelfde datum de gevangenhouding bevolen voor een termijn van 90 dagen en een verzoek tot schorsing afgewezen. Mr. Van Holten was voorzitter van deze raadkamer.

    2.2. Op 10 april 2013 zou door mr. Van Holten in enkelvoudige raadkamer een door mr. Struycken ingediend verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis van verzoeker worden behandeld. Bij controle van de personalia van verzoeker heeft mr. Van Holten opgemerkt dat zij verzoeker herkende van de vorige zitting.

    Mr. Struycken heeft mr. Van Holten vervolgens namens verzoeker gewraakt, waarna de verdere behandeling van het verzoek is geschorst.

    2.3. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft mr. Struycken het verzoek als volgt onderbouwd.

    Ingevolge aanbeveling 8 van de Leidraad onpartijdigheid van de rechter, opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de presidentenvergadering, had mr. Van Holten zich voorafgaand aan de raadkamer moeten realiseren dat haar onpartijdigheid ter discussie zou kunnen komen te staan nu zij eerdere bemoeienis met de zaak van verzoeker heeft gehad. Op die grond had mr. Van Holten zich dienen terug te trekken en het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT