Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 17 de Mayo de 2013

Datum uitspraak17 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

17 mei 2013

Nr. 12/02972

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 mei 2012, nrs. BK-11/00391 en BK-11/00390, betreffende aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1. Het geding in feitelijke instanties

Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2004 en 2006 aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. De Inspecteur heeft, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken het tegen de aanslag voor het jaar 2004 gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en de aanslag voor het jaar 2006 gehandhaafd.

De Rechtbank te 's-Gravenhage (nrs. AWB 10/3329 IB/PVV en AWB 10/3316 IB/PVV) heeft het tegen de uitspraak met betrekking tot het jaar 2004 ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en het bezwaar ongegrond verklaard. Voorts heeft de Rechtbank het tegen de uitspraak met betrekking tot het jaar 2006 ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Het Hof heeft de uitspraken van de Rechtbank bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft na het verstrijken van de voor de conclusie van repliek gestelde termijn een geschrift ingediend. Daartoe biedt de wet evenwel niet de mogelijkheid. De Hoge Raad slaat op dat stuk daarom geen acht.

De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 26 maart 2013 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

3. Beoordeling van de klachten

De klachten falen op de gronden vermeld in de onderdelen 5.9 tot en met 5.13 van de conclusie van de Advocaat-Generaal.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2013.

Nr. Hoge Raad: 12/02972

Nrs. Gerechtshof: 11/00390 en 11/00391

Nrs. Rechtbank: 10/3316 en 10/3329

PROCUREUR-GENERAAL BIJ DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

MR. R.E.C.M. NIESSEN

ADVOCAAT-GENERAAL

Derde Kamer B

Inkomstenbelasting 2004 en 2006

Conclusie van 26 maart 2013 inzake:

X

tegen

Staatssecretaris van Financiën

1. Inleiding

1.1. Aan X te Z (hierna: belanghebbende) is voor het jaar 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.553 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.038.

1.2. Aan belanghebbende is voorts voor het jaar 2006 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 47.090 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 19.230.

1.3. Belanghebbende heeft tegen beide aanslagen bezwaar gemaakt.

1.4. Het tegen de aanslag voor het jaar 2004 gemaakte bezwaar is bij uitspraak van de Inspecteur(1) niet-ontvankelijk verklaard. De aanslag voor het jaar 2006 is bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.

1.5. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank te 's-Gravenhage (hierna: de Rechtbank).

1.6. De Rechtbank heeft ten aanzien van de aanslag voor het jaar 2004 het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en het bezwaar ongegrond verklaard.(2) Ten aanzien van de aanslag voor het jaar 2006 heeft de Rechtbank het beroep ongegrond verklaard.(3)

1.7. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (hierna: het Hof).

1.8. Het Hof heeft de uitspraken van de Rechtbank bevestigd.(4)

1.9. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

1.10. Het geschil betreft de vraag of door belanghebbende ontvangen uitkeringen uit een Nederlandse pensioenregeling buiten de heffing van inkomstenbelasting moeten blijven, voor zover de aanspraak op deze uitkeringen is ontstaan gedurende de periode dat belanghebbende zijn dienstbetrekking vervulde in het buitenland.

2. De feiten en het geding in feitelijke instanties

2.1. Het Hof heeft de volgende feiten vastgesteld, van welke feiten in cassatie kan worden uitgegaan.

2.2. Belanghebbende, inwoner van Nederland, geniet een pensioenuitkering uit hoofde van zijn vroegere dienstbetrekking bij A. Belanghebbende heeft tijdens zijn diensttijd bij A gewerkt in Nederland, Venezuela en Brunei. Gedurende zijn diensttijd in Venezuela en Brunei, welke periode duurde van 1965 tot en met 1974, heeft belanghebbende zijn pensioenopbouw bij Stichting B voortgezet.

2.3. Belanghebbende heeft bij zijn aangiften IB/PVV voor de jaren vanaf 1996 voor een deel van zijn pensioenuitkering - naar luid van zijn aangifte - aftrek ter voorkoming van dubbele belasting geclaimd. Voor de jaren 1996 tot en met 1998 zijn de aangiften van belanghebbende gevolgd.

2.4. Bij bezwaarschrift, gedagtekend 29 december 1998, heeft belanghebbende ook voor het belastingjaar 1995 voor een deel van zijn pensioen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting geclaimd. Bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 28 mei 2001, is dat bezwaar wegens overschrijding van de bezwaartermijn niet-ontvankelijk verklaard. Het verzoek om vermindering is vervolgens ambtshalve beoordeeld en gemotiveerd afgewezen.

2.5. Bij brief van eveneens 28 mei 2001 heeft de Belastingdienst aan eiser meegedeeld dat op grond van het vertrouwensbeginsel voor de jaren 1999 en 2000 nog aftrek ter voorkoming van dubbele belasting zal worden verleend, maar dat voor de jaren vanaf 2001 het gewekte vertrouwen uitdrukkelijk wordt opgezegd.

2.6. In de daarop volgende aangiften voor de IB/PVV heeft belanghebbende wederom aftrek ter voorkoming van dubbele belasting geclaimd.

2.7. De aangiften voor de belastingjaren 2001, 2002 en 2003 zijn geautomatiseerd afgedaan, waardoor de door belanghebbende geclaimde aftrek ter voorkoming van dubbele belasting wederom is verleend. Voor het jaar 2004 is de door belanghebbende geclaimde aftrek niet verleend.

2.8. Bij de behandeling van de aangifte voor het jaar 2005 zijn vragen gesteld over de aangegeven waarde van de woning. Op dat onderdeel is door verweerder afgeweken van de aangifte. De door belanghebbende geclaimde aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is conform de aangifte verleend. Voor de jaren 2006 en 2007 is geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend.

2.9. Het Hof heeft, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, voorts nog de volgende feiten vastgesteld:

De premies voor pensioenen zijn in de jaren waarin belanghebbende voor zijn werk in het buitenland verbleef door A betaald ingevolge een collectieve regeling voor haar werknemers in het betreffende land gezamenlijk. Er zijn ter zake van die betalingen geen bedragen op belanghebbende verhaald of anderszins aan hem in rekening gebracht of te zijnen laste gekomen.

Hof

2.10. Het hof heeft het geschil als volgt omschreven:

4.1. Tussen partijen is in geschil of bij de aanslagen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting had moeten worden verleend, zoals belanghebbende stelt en de Inspecteur betwist.

2.11. Het Hof heeft, na een weergave van de overwegingen van de Rechtbank, het geschil in hoger beroep als volgt beoordeeld:

7.1. Belanghebbendes bezwaar tegen de aanslagen komt erop neer dat in economische zin sprake zou zijn van dubbele heffing, omdat aan hem tijdens de opbouw van het pensioen in het buitenland geen aftrek van pensioenpremies is verleend, en het thans uitgekeerde bedrag volledig in de heffing van inkomstenbelasting wordt betrokken.

7.2. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het aan belanghebbende is om aannemelijk te maken dat, en tot welk bedrag, hij gedurende zijn diensttijd in het buitenland pensioenpremies heeft betaald waarvoor hij geen aftrek heeft genoten.

7.3. In hoger beroep is komen vast te staan dat gedurende belanghebbendes diensttijd in het buitenland geen pensioenpremies te zijnen laste zijn gekomen. Daarmee is de grondslag aan belanghebbendes standpunt komen te ontvallen. Het hoger beroep is derhalve ongegrond.

3. Het geding in cassatie

3.1. Belanghebbende heeft tijdig en ook overigens op regelmatige wijze beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën (hierna: de Staatssecretaris) heeft een verweerschrift ingediend.

3.2. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. Aangezien dit geschrift eerst na afloop van de daartoe gestelde termijn is ontvangen, kan de Hoge Raad hierop geen acht slaan.

3.3. Belanghebbende heeft in cassatie - kort gezegd - de volgende grieven aangevoerd:

(i). Het handhaven van de aanslagen leidt tot dubbele heffing in economische zin;

(ii). Het Hof heeft het oordeel van de Rechtbank, dat het aan belanghebbende is om aannemelijk te maken dat, en tot welk bedrag, hij gedurende zijn diensttijd in het buitenland pensioenpremies heeft betaald waarvoor hij geen aftrek heeft genoten, ten onrechte bevestigd;

(iii). Het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat is komen vast te staan dat gedurende belanghebbendes diensttijd in het buitenland geen pensioenpremies te zijnen laste zijn gekomen.

4. Wetgeving, beleid, jurisprudentie en literatuur(5)

Wetgeving

4.1. Uitkeringen op grond van een 'binnenlandse'(6) pensioenregeling worden, ingevolge artikel 3.81 Wet IB 2001, tot het belastbaar inkomen uit werk en woning gerekend overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting:

(Artikel 3.81 Wet IB 2001)(7)

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT