Hoger beroep kort geding van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 7 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.109.848/01

(zaaknummer rechtbank Groningen 134026/KG ZA 12-137)

arrest in kort geding van de eerste kamer van 7 mei 2013

in de zaak van

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. E.Tj. Van Dalen, kantoorhoudend te Groningen,

tegen

Stichting De Huismeesters,

gevestigd te Groningen,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: Huismeesters,

advocaat: mr. A.J. Klok, kantoorhoudend te Groningen.

De inhoud van het tussenarrest van 4 september 2012 wordt hier overgenomen.

  1. Het verdere procesverloop in hoger beroep

    1.1 De in voormeld tussenarrest bepaalde comparitie van partijen heeft geen doorgang gevonden. Het verdere verloop van de procedure is als volgt:

    - de memorie van grieven, tevens houdende akte wijziging van eis;

    - de memorie van antwoord.

    Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

    1.2 Gelet op artikel CIII van de Wet herziening gerechtelijke kaart (Staatsblad 2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.

    1.3 [appellant] heeft in hoger beroep zijn eis gewijzigd. Huismeesters heeft niet (op bij de wet bepaalde wijze) bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging en het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Ter zake van de vordering van [appellant] zal derhalve recht worden gedaan op de gewijzigde eis.

    1.4 De gewijzigde eis van [appellant] luidt als volgt:

    “(…)bij arrest, bij voorraad uitvoerbaar, het op 15 juni 2012 door de Rechtbank Groningen (…) in kort geding tussen partijen gewezen vonnis te vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, geïntimeerde alsnog te gebieden om binnen één maand na betekening van het te deze te wijzen arrest aan appellant een huurovereenkomst aan te bieden van een vergelijkbare woning in vergelijking met de woning aan de [adres] te [woonplaats] tegen een vergelijkbare huurprijs op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,= voor iedere dag dat geïntimeerde nalatig zal zijn aan de inhoud van dit gebod te voldoen en met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van dit hoger beroep.”

  2. De vaststaande feiten

    2.1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.11) van het bestreden vonnis van 15 juni 2012 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten, aangevuld met feiten die in hoger beroep zijn komen vast te staan, luiden als volgt.

    2.2 Lentis is een instelling die hulp biedt bij psychische problemen, onder andere door middel van woonbegeleiding.

    2.3 Tussen de diverse woningcorporaties in Groningen, de gemeente Groningen en hulpverleningsinstanties zoals Lentis bestaat sinds 2008 een samenwerkingsovereenkomst ter bevordering van de huisvesting van kwetsbare personen (het project huisvesting kwetsbare personen). Op basis van die samenwerking stellen de woningcorporaties aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT