Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank Noord-Holland, Voorzieningenrechter, 17 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 12/5261 (beroep)

HAA 12/5260 (voorlopige voorziening)

uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter van 17 mei 2013 in de zaak tussen

  1. Stichting vrienden van de Bakenes,

  2. Lectorium Rosicrucianum, Bakenessergracht [#a],

  3. [naam eisers sub 3], Bakenessergracht [#b],

  4. [naam eisers sub 4], Bakenessergracht [#c],

  5. [naam eisers sub 5], Bakenessergracht [#d],

  6. [naam eiser sub 6], Bakenessergracht [#e],

  7. [naam eiser sub 7], Bakenessergracht [#f],

  8. [naam eiser sub 8], Bakenessergracht [#g],

  9. [naam eisers sub 9], Bakenessergracht [#h],

  10. [naam eisers sub 10], Bakenessergracht [#i],

    allen gevestigd of woonachtig te Haarlem, en hierna tezamen aan te duiden als eisers (gemachtigden: [naam eiseres sub 9 en naam secretaris eiseres sub 1]),

    en

    het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, verweerder

    (gemachtigden: C.B.B. Dohmen, H.R. Vriend en R. Metselaar)

    Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de gemeente Haarlem

    (gemachtigden: S. van Heusden en S. de Kogel).

    Procesverloop

    Bij besluiten van 8 mei 2012 (de primaire besluiten) heeft verweerder aan de gemeente Haarlem afzonderlijke omgevingsvergunningen verleend op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het kappen en herplanten van 10 lindebomen aan de Bakenessergracht te Haarlem en voor de reconstructie of vervanging van de kademuur aldaar.

    Bij besluit van 9 oktober 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eisers ongegrond verklaard.

    Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Tevens hebben eisers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Zij verzoeken verweerder te verbieden werkzaamheden te verrichten of bomen te kappen voordat de rechtbank op het beroep heeft beslist.

    Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting naar aanleiding van het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening heeft plaatsgevonden op 9 april 2013. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

    Na afloop van de zitting heeft de rechtbank van eisers de statuten van eiseres sub 1 en volmachten ontvangen.

    Overwegingen

    Belanghebbende

  11. Eisers sub 1 tot en met 10 zijn allen woonachtig dan wel gevestigd aan de Bakenessergracht. Eiseres sub 1 is een stichting met als doel het waken en zich inspannen voor de instandhouding en waar mogelijk de versterking van de culturele, historische en monumentale kwaliteiten van de bebouwde omgeving van het Haarlemse stadsdeel “De Bakenes”.

    In artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In het derde lid is bepaald dat ten aanzien van rechtspersonen mede de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen als hun belangen worden beschouwd.

    De rechtbank stelt vast dat eisers gelet op hun adres en, voor zover van toepassing, doelstelling, allen een rechtstreeks betrokken belang hebben als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, Awb.

    Beroepsgronden gericht tegen de verleende omgevingsvergunning voor reconstructie en vervanging van de kademuur

  12. Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk.

    In artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder g en h, Wabo is bepaald dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit: het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, of het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht.

    In artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, is bepaald dat voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om een bouwwerk te slopen een zodanige bepaling geldt als een verbod om te slopen zonder omgevingsvergunning.

    In artikel 2.10, eerste lid, Wabo is bepaald dat voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien:

    1. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 of 120 van de Woningwet;

    2. de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk maken dat het bouwen van een bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij de bouwverordening of, zolang de bouwverordening daarmee nog niet in overeenstemming is gebracht, met de voorschriften die zijn gesteld bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8, achtste lid, van de Woningwet dan wel bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 120 van die wet;

    3. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening of het exploitatieplan, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening;

    4. het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk dat geen seizoensgebonden bouwwerk is, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend;

    5. In artikel 2.16 Wabo is bepaald dat voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g of h, de omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.

      In artikel 17, eerste lid, onder a, van het bestemmingsplan ‘Stadsvernieuwingsplan Bakenes’ is bepaald dat het verboden is in het plangebied te slopen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van verweerder.

      In artikel 8.1.6. van de Haarlemse Bouwverordening (verder: Bouwverordening) is onder meer bepaald dat een omgevingsvergunning voor het slopen moet worden geweigerd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT