Voorlopige voorziening van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 17 de Mayo de 2013

Datum uitspraak17 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzitter

201302260/1/R1 en 201302260/2/R1.

Datum uitspraak: 17 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen:

[appellant], wonend te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul,

en

1. de raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul,

2. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 17 december 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul 2012 - Landgoed Kloosterbosch" vastgesteld.

Bij besluit van 15 januari 2013 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfswoning, het maken van een uitweg en het bouwen van een schuilgelegenheid voor dieren op het perceel plaatselijk bekend Stevensweg ongenummerd te Valkenburg.

Tegen deze besluiten heeft [appellant] beroep ingesteld.

[appellant] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 9 april 2013, waar [appellant], in persoon, en de raad en het college, vertegenwoordigd door mr. G.A.M.C. Goossens en drs. W.T.M. Hendriks, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Voorts is ter zitting [vergunninghouder] als partij gehoord.

Partijen hebben ter zitting toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Overwegingen

1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Coördinatieregeling

2. De besluiten van 17 december 2012 en 15 januari 2013 zijn op grond van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder b, en artikel 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) gecoördineerd voorbereid en bekend gemaakt.

De omstandigheid dat de met toepassing van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro gecoördineerde besluiten ingevolge artikel 8.3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro voor de mogelijkheid van beroep worden aangemerkt als één besluit, neemt niet weg dat de beroepen tegen de desbetreffende besluiten ieder binnen het eigen beoordelingskader dienen te worden beoordeeld.

Het plan

3. Het plan is opgesteld ten behoeve van de realisatie van een landgoed inclusief bebouwing op de locatie Kloosterbosch ter hoogte van de Stevensweg te Houthem, gemeente Valkenburg aan de Geul, gelegen in het buitengebied van die gemeente en het Nationaal Landschap "Heuvelland". Landgoed Kloosterbosch is één van de pilotprojecten "Rood voor Groen" van de provincie Limburg. Uitgangspunt bij "Rood voor Groen" is dat ter compensatie van de rode ontwikkeling de groene waarden van het gebied worden versterkt.

4. [appellant] betoogt dat de realisatie van een bedrijfswoning op de locatie Kloosterbosch, gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (hierna: EHS), ruimtelijk onaanvaardbaar is. Hij verwijst in dit verband naar het advies met betrekking tot de realisatie van landgoed Kloosterbosch van de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (hierna: PCGP) van 14 juli 2003. Anders dan door de PCGP is geadviseerd, is in het plan geen zorgvuldige motivering opgenomen ten aanzien van de gekozen locatie. Volgens [appellant] is bovendien niet duidelijk waarom de bebouwing in dit geval noodzakelijk is. Ter plaatse is reeds bebouwing aanwezig en een verdere aantasting van de EHS door de voorgenomen rode component is onwenselijk. Voorts is op advies van de PCGP tussen het gemeentebestuur en initiatiefnemer [vergunninghouder] overeengekomen dat de bestaande bebouwing komt te vervallen. Niettemin wordt deze bestaande bebouwing in het plan volgens [appellant] ten onrechte gehandhaafd.

4.1. Tussen partijen is niet in geschil dat ongeveer een kwart van het bouwvlak van de in het plan voorziene bedrijfswoning binnen de EHS ligt. Het overige deel van het bouwvlak ligt binnen het Provinciaal Ontwikkelingsgebied Groen (hierna: POG).

4.2. Voor zover [appellant] zich op het standpunt stelt dat de realisatie van de bedrijfswoning op de in het plan voorziene locatie ruimtelijk onaanvaardbaar is, omdat het plan strijdig is met eerdervermeld advies van de PCGP van 14 juli 2003, overweegt de voorzitter dat ter zitting is komen vast te staan dat het desbetreffende advies inmiddels is achterhaald, zodat het betoog reeds om die reden in zoverre faalt. De raad heeft in dit verband toegelicht dat het initiatief voor de ontwikkeling van het landgoed reeds geruime tijd loopt en dat de voorwaarden die hieraan door het provinciebestuur worden gesteld door voortschrijdend inzicht zijn gewijzigd. Voor het advies van de PCGP is het advies van de kwaliteitscommissie van de provincie Limburg, die ten aanzien van het onderhavige plan op 23 november 2010 positief heeft geadviseerd, in de plaats gekomen. Daarnaast heeft ook het provinciebestuur ingestemd met het realiseren van de bedrijfswoning, hetgeen blijkt uit de door het provinciebestuur ingediende zienswijze waarin staat dat de provincie het plan voor het oprichten van een landgoed ondersteunt.

Voor zover [appellant] betoogt dat in het plan een zorgvuldige motivering...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT