Voorlopige voorziening+bodemzaak van Council of State (Netherlands), 22 de Mayo de 2013

Datum uitspraak22 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201303152/1/A3, 201303152/2/A3, 201303314/1/A3 en 201303314/2/A3.

Datum uitspraak: 22 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op de hoger beroepen van:

het college van burgemeester en wethouders van Gouda,

appellant,

tegen de uitspraken van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 5 maart 2013 in zaken nrs. 12/11458 en 13/513 en 13/513 en 13/909 in de gedingen tussen:

[wederpartij], wonend te Gouda

en

het college.

Procesverloop

Bij besluit van 4 oktober 2011 heeft het college een aanvraag van [wederpartij] om verlening van een huisvestingsvergunning voor bewoning van een woonwagen op de standplaats [locatie] te Gouda afgewezen.

Bij besluit van 30 oktober 2012 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 4 oktober 2011 herroepen.

Bij besluit van 10 januari 2013 heeft het college de aanvraag van [wederpartij] om een huisvestingsvergunning wederom afgewezen.

Bij uitspraak van 5 maart 2013 heeft de voorzieningenrechter het door [wederpartij] tegen het besluit van 30 oktober 2012 ingestelde beroep gegrond verklaard, dit besluit vernietigd voor zover niet is beslist op de aanvraag van [wederpartij] van 12 september 2011 en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van dit besluit voor zover vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.

Bij uitspraak van dezelfde datum heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het door het college doorgezonden bezwaar van [wederpartij] dat is gericht tegen het besluit van 10 januari 2013 naar het college wordt teruggezonden om aldaar te worden behandeld en bepaald dat het ten onrechte aangemaakte beroepsdossier met procedurenummer 13/909 in het archief zal worden opgeborgen.

Tegen deze uitspraken heeft het college hoger beroep ingesteld.

Het college heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 2 mei 2013, waar het college, vertegenwoordigd door R. Oosterhuis en F.A. Bottenberg, beiden werkzaam bij de gemeente, en [wederpartij], bijgestaan door mr. D.H. van Tongerlo, advocaat te Rotterdam, en [gemachtigde], werkzaam bij Kwintes, zijn verschenen.

Overwegingen

1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

De Afdeling heeft beide hoger beroepen vanwege de onderlinge samenhang gevoegd behandeld.

2. De uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 maart 2013 in zaak nrs. 13/513 en 13/909 betreft een uitspraak als bedoeld in artikel 8:84, eerste lid, van de Awb. Hiertegen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT