Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank Noord-Holland, 25 de Abril de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Noord-Holland

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar

Bestuursrecht

zaaknummers: AWB 13/421 en AWB 13/422

uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 april 2013 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], te [woonplaats verzoekers], verzoekers

(gemachtigde: drs. S.A.N. Geerling),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, verweerder

(gemachtigden: R.H.J. Kwast en M.A.M. Rodenburg).

Procesverloop

Bij besluit van 22 mei 2012 heeft verweerder verzoekers onder oplegging van een dwangsom gelast de erfafscheiding vóór de voorgevel (wilgenschermen) op het perceel [adres perceel] te [plaatsnaam perceel] te verwijderen of te verlagen tot 1 meter hoogte.

Bij besluit van 19 februari 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekers gegrond verklaard maar besloten de last onder dwangsom in stand te laten en in heroverweging te voorzien van een aanvullende motivering.

Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 april 2013. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

  1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. Hij doet daarom niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.

  2. Op 31 januari 2012 is naar aanleiding van een klacht van een buurtbewoner door een toezichthouder Bouw- en Woningtoezicht geconstateerd dat verzoekers op hun perceel [adres perceel] een dichte erfafscheiding (schermen van wilgentenen) hoger dan een meter, voor de voorgevel, direct aan de openbare weg hebben geplaatst. Hiermee hebben zij in strijd met artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gehandeld, aldus verweerder.

  3. Verzoekers voeren in de eerste plaats aan dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de artikelen 7:4 en 7:9 van de Algemene wet bestuursrecht en dat zij hierdoor in hun belangen zijn geschaad. Ter zitting is gebleken dat verweerder na de hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften aan de buurtbewoner die heeft geklaagd over de erfafscheiding van verzoekers heeft gevraagd of hij de klacht wil handhaven. In dat geval zou verweerder namelijk ook moeten optreden tegen andere, illegaal geplaatste erfafscheidingen. De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder hiermee feitelijk heeft geprobeerd de klacht over de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT