Voorlopige voorziening van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 29 de Mayo de 2013

Datum uitspraak29 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzitter

201303074/2/R1.

Datum uitspraak: 29 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoekster A] en [verzoekster B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoekster]), wonend te Medemblik,

en

de raad van de gemeente Medemblik,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 31 januari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Exploratieboring Lambertschaag" (hierna: het plan) vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [verzoekster] beroep ingesteld.

[verzoekster] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 mei 2013, waar [verzoekster], in persoon en bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. W. Smak, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V., vertegenwoordigd door P.F. Jansma en bijgestaan door mr. H.M. Israels, advocaat te Rotterdam, gehoord.

Overwegingen

  1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

    Belanghebbendheid

  2. Vermilion stelt dat het verzoek niet kan worden toegewezen nu [verzoekster] ten aanzien van het plan geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) nu [verzoekster] beperkt zicht heeft op de boorlocatie en de afstand van het plangebied tot haar woning ruim 1.000 meter bedraagt.

    2.1. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

    2.2. De voorzitter overweegt dat hoewel, gezien de afstand van de woning tot het plangebied, twijfel kan bestaan over de belanghebbendheid van [verzoekster] ten aanzien van het plan dit voorshands niet kan worden uitgesloten zodat de voorzitter vooralsnog ervan uitgaat dat [verzoekster] belanghebbend is bij het plan. Daartoe overweegt de voorzitter dat vanuit de woning van [verzoekster] zicht bestaat op de ten behoeve van de proefboring te bouwen boortoren en dat de vrees voor verkeershinder ter plaatse van de gronden van [verzoekster] als gevolg van het plan op voorhand niet van elke grond is ontbloot. Bovendien konden de raad en Vermilion ter zitting niet uitsluiten dat het plan tot vermogensschade voor [verzoekster] zal kunnen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT