Voorlopige voorziening van Rechtbank Gelderland, 6 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Gelderland

RECHTBANK GELDERLAND

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 13/2494

uitspraak van de voorzieningenrechter ingevolge artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

Stichting [X], gevestigd te [Z], verzoekster,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost, kantoor Enschede, verweerder.

  1. Procesverloop

    Verweerder heeft voor verzoekster bij beschikking Teruggaaf Omzetbelasting, met dagtekening 28 maart 2013 en nummer [000]O012506, voor het tijdvak 6 juni 2012 tot en met 31 december 2012 het bedrag van de omzetbelasting vastgesteld op nihil. Tegen dit besluit heeft verzoekster op 22 april 2013 bezwaar gemaakt.

    Op 30 april 2013 heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen (hierna: het verzoek).

    Verweerder heeft bij brief van 16 mei 2013, ontvangen door de rechtbank op 21 mei 2013, de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

    Verzoekster heeft vóór de zitting een pleitnota ingediend. De pleitnota is in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

    Het verzoek is behandeld ter zitting van 30 mei 2013. Namens verzoekster zijn verschenen de heren [A] en [B] en haar gemachtigde de heer mr. [gemachtigde]. Namens verweerder zijn verschenen de heren [gemachtigde] en

    mr. [C]. Verzoekster heeft ter zitting stukken overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij. Verweerder heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van deze stukken.

  2. Overwegingen

    2.1 Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaande aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

    2.2 Bij de vereiste belangenafweging gaat het om een afweging van enerzijds het belang van de verzoeker dat een onverwijlde voorziening wordt getroffen en anderzijds het door de onmiddellijke uitvoering van het besluit te dienen belang. Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt gegeven over het geschil in de bodemprocedure, heeft dit oordeel een voorlopig karakter en is dit niet bindend voor de beslissing in de bodemprocedure.

    2.3 Verzoekster beoogt met het verzoek dat de bij de aangifte van 17...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT