Raadkamer van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 6 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN,

LOCATIE LEEUWARDEN

Beschikking d.d. 6 juni 2013 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van:

[verzoeker],

geboren op [1953] te [geboortelaats],

wonende te [woonplaats], [adres],

niet verschenen. Wel is verschenen de advocaat van verzoeker mr. L.F. Withaar-Weijns,

advocaat te Urk.

De inhoud van het verzoek

Verzoeker vraagt vergoeding ten laste van de Staat voor de schade welke hij ten gevolge van ondergane detentie in een strafzaak heeft geleden ten bedrage van € 43.350,-, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven.

Voorts vraagt verzoeker een vergoeding voor de gemaakte kosten voor de indiening van het verzoekschrift.

De behandeling in raadkamer

Het hof heeft in openbare raadkamer van 23 mei 2013 gehoord de advocaat-generaal, alsmede verzoeker en diens advocaat.

Voorts heeft het hof heeft gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken.

De beoordeling van het verzoek

Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het navolgende gebleken:

- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 07-607008-09 door de rechtbank Zwolle-Lelystad en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-001040-09 door het gerechtshof Leeuwarden;

- verzoeker heeft 270 dagen (te weten van 3 januari 2009 tot en met 30 september 2009) in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht;

- verzoeker is bij vonnis van voornoemde rechtbank d.d. 9 april 2009 vrijgesproken

van het eerste feit, waarop voormelde detentie betrekking had; voorts is verzoeker bij arrest van voornoemd hof d.d. 5 december 2012 vrijgesproken van het tweede feit, waarop voormelde detentie betrekking had;

- voormeld arrest is onherroepelijk geworden op 20 december 2012;

- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel;

- verzoeker heeft tengevolge van voormelde detentie schade geleden;

- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend;

Het hof is van oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoeker ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen. Verzoeker vraagt een hogere vergoeding dan gebruikelijk toe te kennen. Het hof overweegt als volgt.

Uit de stukken van het dossier en de behandeling in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT